Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/772

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
244
HET MELKSAP DER PLANTEN.

dieren verwoest. Maar opmerkelijker nog, diezelfde boom plaatst zich door den bouw van al zijne organen onmiddellijk naast twee andere, die een zegen uitmaken voor de streek, die zij bewonen, naast den genoemden Koeboom en den Broodvruchtboom (Artocarpus incisa), waarvan cook zegt, dat hij die in zijn leven er tien geplant heeft, voor het onderhoud van zich en zijne kinderen rijkelijk heeft gezorgd[1].

 

Ik ben genaderd tot de derde klasse van melksappen, die waarschijnlijk het best bekend zal zijn, en die, wat de toepassingen op het maatschappelijk leven betreft, ook verre weg de belangrijkste is. Het is deze, welke de zoo gewigtige caoutchouc oplevert. De melksappen, welker bolletjes, zoo als wij straks zagen, caoutchouc bevatten, worden bij alle drie der genoemde familiën gevonden.

De echte Caoutchoucboom, waaruit het eerst de elastieke gom verkregen is, behoort tot de Euphorbiaceën. Hij is zeer algemeen in tropisch Amerika en werd door de Inlanders Hévé genoemd, waarom aublet haar ook als Hevea Guyanensis beschreven heeft. Deze plant, waarvan wij de naauwkeurige kennis aan richard verschuldigd zijn,[2]

vormt in haar moederland een boom, die 60 voet hoog en 3 voet dik kan worden, met wit hout en eene dunne, gladde schors. De Indianen verzamelen hieruit de caoutchouc door lange, diepe insnijdingen in de schors tot op het hout te maken, waarop uit de wonde (die door een houten wig opengehouden wordt) het witte melksap in overvloed uitstroomt. Ten einde het snel te doen droogen, laten zij de vloeistof in dunne lagen vloeijen ever vormen van ongebrande klei, die meestal de gedaante van ronde fleschjes met korte halzen hebben. Men herhaalt dit overvloeijen zoo dikwijls, totdat het overtrek de behoorlijke dikte heeft verkregen, wanneer men de drooging voortzet boven een vuur, waarvan de rook de Caoutchouc zwart kleurt. De vormen van klei worden dan gebroken en verwijderd, en men verkrijgt alzoo die fleschjes, welke vroeger algemeen in den handel voorkwamen, maar

  1. Men zie over Upas Antjar en de Antiarine de uitvoerige VM-handeling van o. j. mulder in Nat.- en Scheik. -Archief 1837, Dl. V. St. 2, alwaar het geheel onzer kennis over die stoffen bijeengebragt is.
  2. Zij is later, met eenige andere planten, door wildenow tot een afzonderlijk geslacht gebragt met den naam Siphonia. Siphonia elastica is daarvan eene der voornaamste en meest bekende soorten.