Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/819

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

HERDER;

DOOR

C. PRUYS v.d. HOEVEN.

 

 

De moderne theologie heeft een groot probleem op te lossen: Gods openbaring in den mensch. Maar om dat te kunnen, moet zij hare oude methode van bespiegeling en redenering verlaten en zich wenden tot de nieuwe empirische: natuuronderzoek door waarneming en proefneming. Evenwel mag zij haar onderzoek niet tot het tegenwoordige bepalen, maar moet den draad der traditie volgende terugkeeren tot vroegere menschengeslachten, die in vergelijking van ons geslacht van heden de kindschheid der wereld vertegenwoordigen. Immers de menschheid telt nu al duizende jaren van opvoeding en beschaving en het meerder comfort, dat zij thans geniet, is het werk van eeuwenlange inspanning en vlijt. Het was haar een zure arbeid, zich in de wereld, waarin Gods Voorzienigheid haar geplaatst had, te oriënteren. Zij moest de hieroglyphentaal des Hemels leeren verstaan, het gesternte bespieden, hare aarde onderzoeken, land en zee bereizen, planten en dieren gadeslaan, kunsten en wetenschappen beoefenen, en al hare kennis en ervaring toepassen op de moeijelijke kunst en wetenschap van het leven.

Onder de theologen, die dit probleem zoo niet geformuleerd, althans voor den geest gehad hebben, behoort boven allen en voor allen genoemd te worden johann gottfried von herder: een man, die in de galerij van ons Album der Natuur eene plaats verdient naast den onlangs overledenen alexander von humboldt.

Meent niet, geëerde lezers! dat ik beide mannen zou verlangen te vergelijken; want iedere vergelijking heeft iets hatelijks, vooral zoo