Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/889

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
357
UITVINDINGEN OP NATUURKUNDIG GEBIED

Hierop zegt boreel: "dat door dezelfden lang daarna, t.w. in 1610, ook de lange verrekijkers, waarmede men naar den hemel ziet, zijn uitgevonden," en dan volgt een verhaal, hoe een zeker vreemdeling, wiens naam onbekend is gebleven, daarvan de lucht gekregen hebbende, naar Middelburg was gereisd, hoe deze, in plaats van bij janssen, door eene vergissing bij den in de buurt wonenden lippershey was gekomen, die een scherpzinnig man was en, na naauwkeurig geluisterd te hebben naar hetgeen de vreemdeling hem mededeelde, werkelijk voor dezen eenen verrekijker gemaakt had, zonder er vroeger een gezien te hebben, zoodat hij derhalve als tweede uitvinder moet beschouwd worden.

Dat dit geheele tweede gedeelte van den brief van boreel op onjuiste opgaven steunt, weten wij thans, sedert van swinden in de te 's Hage bewaarde Acten en Resolutiën der Staten-Generaal de authentieke stukken gevonden heeft, waardoor, gelijk wij zagen, onwedersprekelijk bewezen wordt, dat lippersheij's uitvinding reeds van vóór 2 October 1608 dagteekent. Indien zacharias janssen eerst in 1610 de eerste kijkers gemaakt heeft, dan kan hij geen aanspraak maken op eene uitvinding, die twee jaren vroeger door zijnen buurman gedaan en in 1610 reeds door geheel Europa bekend geworden was. Men zoude schier op het vermoeden komen, dat deze buren brillenslijpers elkander geen goed hart toedroegen, en dat het sprookje van den vreemdeling eigenlijk zijne bron in de tusschen hen bestaande ijverzucht had.

Evenwel mogen wij niet voorbijzien, dat er onder de door borel uitgegeven getuigenissen één voorkomt, volgens welke de uitvinding der verrekijkers door zacharias janssen reeds van het jaar 1590 zoude dagteekenen. Het is namelijk dat van joannes zachariasz., zoon van zacharias janssen, die verklaarde, "dat de kijkers (telescopia) het eerst door zijnen vader waren uitgevonden en wel, zoo als hij dikwijls gehoord had, in het jaar 1590, doch dat de langste toen gemaakte kijker eene lengte van vijftien of zestien duim niet was te boven gegaan. Twee zulke kijkers waren toen, de eene aan Prins maurits, de andere aan den Aartshertog albert gegeven. Kijkers van die lengte waren in gebruik gebleven tot aan het jaar