Van den vader des laatsten is geen portret bekend. Op een der beide andere zijden zoude ik voorslaan een mikroskoop af te beelden, waarvan de gedaante beantwoordt aan de door boreel gegeven beschrijving, terwijl eindelijk op de vierde zijde zich een bas relief zoude bevinden, voorstellende den toren van 's Prinsen paleis met de leden der commissie van de Staten-Generaal, op het oogenblik dat zij den eersten verrekijker onderzoeken.
Het geheele gedenkteeken behoort streng eenvoudig te zijn, want zij, aan wier nagedachtenis het gewijd is, waren eenvoudige, ongeletterde lieden. Daarom geen overtollige zinnebeelden, vooral geene latijnsche opschriften, maar op het voetstuk alleen:
AAN
JOHANNES EN ZACHARIAS JANSSEN,
de uitvis ndervan het Mikroskoop,
EN AAN
JOHANNES LIPPERSHEY,
den uitvinder des Verrekijkers,
HET DANKBARE NAGESLACHT.