Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/159

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
133
OF ZOOGENAAMDE "KOPPENSNELLERS" VAN DIT EILAND.

sap bleek zóó groot te zijn, dat tot op ongeveer anderhalve mijl ver rivier-afwaarts zijne uitwerking min of meer bemerkbaar was aan de bevolking van den stroom. Onder deze werden niet alleen de visschen bedwelmd, waarvan de kleineren spoedig stierven, maar zelfs strekte de invloed van het gebezigde toeba-sap zich ook op andere dieren, wat meer zegt, op de grootere, de krokodillen, uit, waarvan schwaner er twee zich haastig uit de rivier zag verwijderen en daar door de inlanders afmaken. Zou misschien hunne vlugt niet meer af te leiden zijn van het ongewone rumoer in en op het water? Evenwel het gewone toevlugtsoord van den krokodil is juist het water. En dat de werkzaamheid van dit toeba-sap niet te verachten is, kan nog worden opgemaakt uit eene andere waarneming van schwaner, te weten dat insgelijks eenigen onder de visschers zelven het bedwelmend vermogen daarvan ondervonden en door hoofdpijn en duizeling werden overvallen, terwijl greiner zelfs vermeldt, dat ook deze zelfde verschijnselen worden te weeg gebragt door het drinken van water, waaruit de visschen op deze wijze gevangen zijn.—Of het gebruik van zoodanigen visch geheel onschadelijk bleef, wordt door deze reizigers niet vermeld. Het is hoogst waarschijnlijk, dat dit in den regel het geval is, doch het is zeker, dat wanneer de visschen veel van dit vergift hebben opgenomen en daardoor gestorven zijn, en zij niet spoedig en goed schoongemaakt zijnde lang daarmede in aanraking zijn gebleven, eene nadeelige uitwerking voor de gebruikers kan volgen. Deze mogelijkheid is nog te meer aanneembaar, dewijl visch, op die wijze door vergift gevangen, ligter dan anders tot sterkere ontbinding is geneigd en reeds als zoodanig alleen minder gezond kan zijn ten gebruike[1].

Genot-middelen.—Onder dezen werd reeds meermalen gezegd, dat de zoogenaamde toewak, een zelf bereide sagopalm-wijn, een groote rol speelt., Opium-rooken of amfioen- schuiven is daarentegen

  1. Hasskarrl, peyrilhe, rumphius en vele anderen ontkennen, dat eenig nadeel aan het eten van zoodanigen visch zou verbonden zijn. Goupil, tschudi en onlangs della sudda, een Grieksch of Turksch geneesheer, beweren, de laatste bij herhaling, min of meer daardoor veroorzaakte belangrijke ongesteldheden te hebben waargenomen.