Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/200

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
174
OVER DE NOORDPOOLREIZEN IN DE LAATSTE JAREN.

den vonden zij de zee vrij en wendden den 18 Aug. den koers naar het Westen door Lancaster-sund. Hier ontmoetten zij eenige van de schepen, die tot de expeditie van john ross en penny behoorden, en bespraken een gemeenschappelijk operatieplan. De Amerikaansche schepen zouden dan in het Wellington-kanaal trachten door te dringen om de navorschingen noord- en oostwaarts voort te zetten. Maar dit plan werd al spoedig verijdeld. Reeds den 15 Sept. geraakten de beide schepen in het ijs bezet en dreven daarop met het ijsveld, waarin ze vastgevroren waren, eerst geruimen tijd in het Wellington-kanaal heen en weder. Later nam het drijvend ijseiland eene oostelijke rigting en voerde de schepen onder tallooze en bijna ondenkbare gevaren door de Barrowstraat en Lancaster-sund in de Baffinsbaai en Davisstraat. Zoo werd de winter gesleten, terwijl zij in het ijsveld vast genageld voortdreven, werwaarts winden en stroomen hen voerden. Eerst den volgenden zomer in het begin van Junij begon het ijsveld los te gaan. Den 8 Junij kon men eerst weder zeilen gebruiken en tusschen de in zee rond dobberende ijsbrokken zich eenen eigen weg zoeken om te Godhaven aan de Groenlandsche kust eenige dagen van de uitgestane vermoeijenissen uit te rusten.

Deze overwintering op een drijvend ijsveld stelde kane in staat de ijsvorming in al hare gestalten waar te nemen. Schrede voor schrede konden zij de vorming van het pakijs volgen. Op den 12 Sept. zeilden de schepen nog met eene frissche koelte. De thermometer wees eene gemiddelde temperatuur aan van 14 tot 18 graden onder het vriespunt. Het was toen, alsof de zee zich van lieverlede verdikte. Een half vloeibaar deeg, gevormd uit de door den golfslag verbrokene kristallen, begon zich in de veelzijdige stukken te verdeelen, waaraan scoresby den naam van pannekoek-ijs geeft. Toen de wind sterker werd, werden deze stukken in sphaeroïdischen vorm zamengerold, die van lieverlede tot eene massa aaneenpakten, niet ongelijk aan een uit vijfzijdige steenen zamengesteld mozaïek. Dit ging zoo snel, dat de schepen reeds in den nacht van den 13den niet meer vooruit konden komen.

Des morgens bevonden zij zich in het midden van eene groote vlakte van vijfhoekige tegels, wier naden door dunne, zich een weinig bo-