Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/207

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
181
OVER DE NOORDPOOLREIZEN IN DE LAATSTE JAREN.

keerende zonlicht. Den 21 Februarij zag kane de zon weder en kon zich op eene vooruitstekende klip in den zonneschijn legeren. In de maand Maart begon de lange zomerdag. Met het begin van Mei besloot kane weder tot eenen sledetogt naar het noorden. De kust bestaat uit eene rij van klippen, in fantastische, vaak schilderachtige vormen, die zich langs den oever der zee dikwijls tot eene hoogte van 1000 voeten verheffen, terwijl een ijsgordel haren voet omgeeft. Zij wordt afgebroken door bogten en inhammen, waarin stroomen uit de ijsvelden van het binnenland hunne wateren uitstorten. Tusschen 79 en 80 graden noorder-breedte strekt zich de groote Humboldt-gletscher uit, een glad afgesneden blinkende ijswal van 300 voet hoogte boven het water en eene ongepeilde diepte daaronder. Hij is niets dan een uitlooper van eene geweldige ijszee, welke het geheele noordelijk binnenland van Groenland vervult.

Eene andere afdeeling der manschap stak in Mei over de ijsbarrikaden, die de winter in Smith-sund had opgeworpen, en onderzocht het gedeelte van den westelijken oever van dat kanaal, hetwelk zich van kaap Sabine tot kaap Leidij uitstrekt. De naakte rotsmuur, die de kust omzoomt en die uit zand- en kalksteen-rotsen van 1200 tot 2000 voet hoogte bestaat en aan zijn voet met eenen ijsgordel van 100 tot 150 voet breedte omgeven is, vertoonde wel verscheidene diepe inhammen, maar nergens eene doorvaart.

Desniettegenstaande hield kane zich uit de beweging der ijsbergen en het karakter der vloeden overtuigd, dat er eene doorvaart wezen moest. Zij kon naar zijn gevoelen dus alleen in het noordoosten boven den Humboldt-gletscher gezocht worden, en om ze te vinden werd nu eene nieuwe slede-expeditie uitgerust, die reeds den 4 Junij van boord ging.

Intusschen was het zachtere jaargetijde aangebroken Enkele insekten begonnen zich te vertoonen. Geheele scharen van zeevogels lieten zich zien en hooren. Ofschoon de in het ijs gehouwen bijt elken nacht toevroor, openbaarden zich zelfs onder de sneeuw de sporen van plantengroei. Maar de weinige verandering, die kane in het ijs waarnam, deed hem toen reeds vermoeden, dat het schip dien zomer niet van het ijs bevrijd zou worden.

De slede-expeditie, die den 3 Junij, onder opperbevel van morton,