Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/210

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
184
OVER DE NOORDPOOLREIZEN IN DE LAATSTE JAREN.

zich niet bedienen, daar de bevaarbare sleuven in het ijsveld zich reeds door nieuw ijs begonnen te sluiten. Men moest dus wel toebereidselen maken tot eene tweede overwintering. Sommigen meenden, dat er nog kans bestond met booten naar het zuiden door te dringen. Kane gaf hun daartoe vrijheid en bleef met acht man op zijne brik achter. Hij liet zijn schip geheel naar de wijze der Eskimo's tot eene winterwoning inrigten.

Deze tweede overwintering ging met oneindig veel meer moeite vergezeld, dan de eerste. De voorraad van wildbraad ging ten einde. Met de hoogste inspanning kon slechts nu en dan eenig wild worden opgedaan, soms met het grootste levensgevaar der jagers. Kane deed daarom zijn best om met de Eskimo's, die hem nu en dan bezochten, in goede verstandhouding te staan, ten einde van hen versch vleesch te verkrijgen. Dit gelukte hem volkomen. Zoo lang zij in het ijs gevangen waren, hadden zij aan de Eskimo's onschatbare raadgevingen te danken in alles, wat de jagt betrof. Dikwijls jaagden zij gemeenschappelijk en de vangst werd gelijkelijk tusschen hen gedeeld. In hagchelijke oogenblikken voorzagen de Eskimo's hun van vleesch. Tot het laatste toe stonden de Eskimo's en de Amerikanen op den besten voet met elkander.

De schaarschheid van versch vleesch had echter een noodlottigen invloed op de gezondheid der schepelingen. In de tijden van den grootsten nood waren soms maar weinigen voor arbeid en jagt geschikt.

Ook in dezen winter deed kane in vereeniging met eenige Eskimo's eenen togt naar het Kennedy-kanaal en bezocht met hen den Humboldtgletscher. Zij vonden aan de tegenoverliggende kust eene groep van vervallen Eskimo-hutten, steenhoopen en graven; herinneringsteekenen van een geslacht, dat vroeger hier zijne woning had gevestigd.

Reeds in den winter was men begonnen voorbereidselen te maken om het schip te verlaten. Drie booten werden in gereedheid gebragt en op sleden gezet, om over het ijs getrokken te worden. Eene andere slede was voor de kranken bestemd. Op den 17 Mei 1855 nam de bemanning plegtig afscheid van het schip en zette den moeijelijken sledetogt over het ijs, in het eerst om de zwakheid der manschap slechts zeer langzaam, voort. Den 19 Junij werden de booten te water gebragt