Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/211

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
185
OVER DE NOORDPOOLREIZEN IN DE LAATSTE JAREN.

en konden zij wederom de zeilen gebruiken. Eindelijk den 6 Augustus landden zij, na het uitstaan van onbeschrijfelijke gevaren, te Uppernavik, het noordelijkste Deensche etablissement, aan, waar zij van hunne doorgestane vermoeijenissen uitrustten. Den 6 September zetten zij eerst met een Deensch schip, later met eene Amerikaansche stoomboot hunne reis voort en kwamen gelukkig te New-York aan.

Kane heeft zijne beide reizen meesterlijk beschreven in twee werken: The United-States-Grinnell Expedition in search of Sir john franklin. A personal narrative. New-York 1853; de tweede in: Arctic explorations: the Second Grinnell Expedition in search of Sir john franklin. Philadelphia 1856. Julius seijbt heeft in de Hausbibliothek für Lander- und Völkerkunde, herausgegeben von karel andree, daarvan eene populaire bewerking gegeven.

Wij hebben ons langer met deze reizen van Dr. kane bezig gehouden, omdat zelden eene zoo gevaarlijke onderneming met zoo geringe krachten en hulpmiddelen ondernomen en met meer moed en volharding volbragt is.

Kane wilde, kon het zijn, de noordpool bereiken. Hij vermoedde boven Groenland eene opene en bevaarbare zee te vinden. Hij is tot het laatste toe in deze overtuiging gebleven. {{sc|Morton}}, de reisgezel van Dr. kane, die aan de westkust van Groenland tot aan kaap Constitution op 82° 17' noorderbreedte doordrong, zag van eene hoogte, die 480 voet boven den zeespiegel lag, over een horizon van 40 Engelsche mijlen eene geheel opene zee voor zich. Hij zag daar een overvloed van levende dieren, van vogels vooral, die open water tot hun onderhoud noodig hebben. Hij vond er stormvogels, die op het aas van walvisschen jagt maken en die alleen daar kunnen leven, waar groote zeedieren eene opene zee vinden.

Reeds sedert lang bestond het vermoeden van eene opene poolzee. Bij de Noordsche volkeren bestaat de overlevering, dat Hollandsche visschers eens op deze zee tot op éénen graad afstand van de noordpool zijn doorgedrongen. Maar er is meer dan deze overlevering. Wrangel en anjou vonden op hunnen togt over de ijsvelden aan de noordkust van Siberië overal aan de grenzen van den ijsgordel, die deze kust omgeeft, eene opene zee. Alle zeevaarders, die de passa-