Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/217

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
191
OVER DE NOORDPOOLREIZEN IN DE LAATSTE JAREN.

kust van het eiland King-William in het ijs bezet zijn geraakt, dat sir john franklin den 11den Junij van het volgende jaar stierf, eer nog de wanhopige reis over land naar de Vischrivier werd ondernomen. Op den 22 April 1848 werden de schepen, die nog steeds in het ijs vast zaten, door de reisgenooten van franklin verlaten. Een der schepen ging, naar het schijnt, later geheel verloren, terwijl het andere op een eiland in de nabijheid van King-William gedreven en van de Eskimo's afgebroken en uitgeplunderd werd.

Den 26 April ondernamen de officieren en manschappen van kaap Victory met sleden en booten den gevaarlijken togt naar de Vischrivier, om ware het mogelijk de noordelijkste posten in het Hudson-gebied te bereiken. Zij bezweken echter onder het moordend klimaat, eer zij hun doel bereikten. Sommigen schijnen zelfs beproefd te hebben naar de verlaten schepen terug te keeren. Zelfs dezen waren niet geheel van levensmiddelen ontbloot, zoodat het verhaal der Eskimo's, dat de blanke mannen, door honger gedreven, elkander opgegeten zouden hebben, geen den minsten grond heeft. Integendeel berigt m'clintock, dat overal de volmaakste orde schijnt geheerscht te hebben.

Door dezen togt van m'clintock werd dus niet alleen het doel, dat men zich voorgesteld had, volkomen bereikt, maar ook de kennis van de kusten en baaijen van vele dezer eilanden en de straten, die ze van elkander scheiden, aanmerkelijk uitgebreid en vele donkere en twijfelachtige punten tot volkomen zekerheid gebragt.

Den 9 Augustus was het water open en m'clintock kon de terugreis aannemen Bij kaap Furij werd hij nog zes dagen in het ijs ingesloten, maar zoodra de wind veranderde, werd het vaarwater weder vrij. Zonder verder oponthoud kwam het schip den 27 Augustus te Godhaven op het eiland Disko aan de Groenlandsche kust. Van hier ging het nu naar het zuiden en den 21 September 1859 liet men op de reede van Portsmouth het anker vallen.

Met volle regt mogt m'clintock zijn rapport aan de Admiraliteit van Londen met de volgende woorden besluiten: "Dit rapport zoude onvolledig zijn, indien ik niet sprak van de verpligtingen, die ik heb aan al mijne reisgenooten, officieren en matrozen, voor den