Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/254

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
228
ALCHEMIE.

waren, op de meerdere of mindere zuiverheid dier beide grondstoffen, en op hunne grootere of geringere fixering, d. i. op de meerdere of mindere kracht, waarmede zij aan zoodanige invloeden, die hen trachtten te vervlugtigen, wêerstand boden. Goud bevatte volgens de alchemisten veel zeer zuivere kwik en zeer weinig even zuivere zwavel, beide zeer vast gefixeerd en als zoodanig zeer vast met elkander verbonden. Koper bevatte nagenoeg even groote hoeveelheden kwik en zwavel, beide minder zuiver en minder goed gefixeerd. In tin was veel onzuivere en slecht gefixeerde zwavel, met veel minder kwik, die onzuiver en slechts gedeeltelijk gefixeerd was. — Was dit nu zoo, aldus redeneerde men, bestond daarin alleen het onderscheid tusschen goud en de overige metalen, — en hieraan twijfelde men niet, — dan zou er ook wel een middel te vinden zijn, waardoor de overtollige zwavel van het metaal afgescheiden, en de kwik daarvan met de overgeblevene zwavel gezuiverd en gefixeerd kon worden! En dat was immers de verandering dier metalen in goud!

Het op dien grond berustende geloof aan de mogelijkheid van de transmutatie der metalen vond nog een steun in de meening, dat de natuur zelve aan de metalen in den schoot der aarde eene zekere langzame volmaking deed ondergaan. De natuur, dus dacht men, die altijd naar het volmaakte streeft, tracht ook gestadig goud voort te brengen, het volmaaktste der metalen. Dit nu bragt de natuur, naar de meening der alchemisten, ten uitvoer door de metalen trapsgewijze te verbeteren en te veredelen, waarbij de geheimvolle invloed der sterren haar magtigste agens was. Hiervan kwam het, dat bij sommige onedele metalen en andere delfstoffen niet zelden kleine hoeveelheden goud of zilver gemengd zijn; in loodertsen en sommige koperertsen vindt men wel eens wat zilver, en sommige zilverertsen en ook spiesglans bevatten dikwijls eenig goud. Hier was reeds een klein deel van het metaal veredeld, volmaakt, terwijl het grootste gedeelte door deze of gene belemmerende oorzaak in den onvolkomenen toestand gebleven was. En zou het nu zoo onmogelijk zijn, hierin de natuur na te volgen, en datgene, wat zij in den loop van eeuwen verrigt, door de krachtige middelen der kunst in korten tijd te doen plaats hebben?