Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/262

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
236
ALCHEMIE.

Wanneer men nu dezen steen had, dan was, volgens de alchemisten, alles gevonden. Ja velen beweerden, dat, als men de materia prima maar wist, al het overige gemakkelijk was. »Is de materia prima gevonden,” zegt isaak de hollander, »dan is het overige vrouwenwerk en kinderspel,” (opus mulierum et ludus puerorum). Anderen daarentegen namen de zaak niet zoo ligt en achtten, dat er nog veel overleg bij de transmutatie noodig is, al bezit men ook den waren steen. Zoo zegt basilius valentinus in den twaalfden sleutel van zijn »Boek der twaalf sleutelen” het volgende. »Een vegtmeester, die sijn swaard niet wel kan gebruijken, die en is het ook niet nut, want hij heeft het regt gebruijk daarvan nog niet genoeg geleerd om dat ter sijn voordeel te behandelen...... Alsoo ook wie een tinctuur door den zegen van den Almagtigen heeft verkregen, en dog deselve niet weet te gebruijken, daar sal het even soodanig mede gaan als van den vegtmeester is verhaald, die het swaard wel word in de hand gegeven, maar hetselve niet regt weet te gebruijken.”

Intusschen kwam het gebruik van den steen of de tinctuur hier op neer, dat men een metaal smolt in eene kroes, of, zoo men kwik wilde tingeren, dit in eene kroes verhitte, en dan daarop de projectie deed, dat is, een weinig van den steen, in was of in een papiertje gewikkeld, of ook zonder zulk een omhulsel, op het gesmolten of verhitte metaal wierp. Wat onmiddellijk daarop geschiedde, wordt verschillend opgegeven; sommigen spreken van het verschijnen van een rood schuim. De slotsom was, dat het metaal, nadat de kroes van het vuur genomen en alles bekoeld was, in goud bleek veranderd te zijn, welk goud geheel zuiver was, zoo men eene behoorlijke hoeveelheid der tinctuur had aangewend, doch minder zuiver of wel onzuiver, wanneer men minder of te weinig van de tinctuur had gebruikt.

Maar hoeveel van den steen was noodig om de transmutatie van een onedel metaal in goud te doen plaats hebben? Hieromtrent verschillen de alchemisten zeer, welk verschil, volgens eenigen van hen, afhangt van de deugd der door ieder van hen gevonden tinctuur. Kunckel zegt, dat de steen slechts het dubbele van zijn gewigt aan onedel metaal in goud kan veranderen, basilius valentinus het 10-