Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/360

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
332
DE BOUWKUNST DER DIEREN.

het minst verwachten zoude. Zoo vind ik opgeteekend, dat men eenmaal zulk een nest vond tegen de lijst eener oude schilderij, een ander maal tegen de vleugels van een doode uil, nog een ander maal in de holte van eene groote schelp.

Onder de in andere wereldstreken levende zwaluwsoorten zijn er, die nog kunstiger nestjes bouwen.

Rotszwaluw met nestjes

Rotszwaluw (Hirundo fulva) met nestjes.

Zoo de Noord-Amerikaansche rotszwaluw (Hirudo fulva), wier uit zand en klei bestaande nesten de gedaante hebben van een retort met een korten hals, waarvan de opening benedenwaarts gekeerd is, zoodat deze nesten, ook zonder het beschuttend rieten dak of de kroonlijst der woningen, die onze inlandsche zwaluwen zich daarvoor ten nutte maken, tegen den regen beschut zijn. Steeds bouwen deze rotszwaluwen hunne nesten in grooten getale bijeen, hetzij, gelijk zij oorspronkelijk deden, tegen de helling van rotsen, of wel tegen de muren van huizen, die zij welligt ook voor rotsen aanzien. Hoe dit zij, zij toonen, evenmin als onze zwaluwen, in den mensch eenen vijand te zien en zoeken veeleer zijne nabijheid op, als wisten zij, dat daar overvloed en veiligheid te vinden is.

Hoewel nu de inlandsche zwaluwen niet in zulke koloniën zamenleven, zoo ontbreekt het haar toch niet aan den trek tot gezelligheid, ja zelfs aan een zeker esprit de corps. Van dit laatste verhaalde cuvier een merkwaardig voorbeeld, waarvan hij zelf in zijne jeugd ooggetuige was. Een paar zwaluwen had met veel zorg en moeite zijn nestje gebouwd. Het was gereed de eijeren te ontvangen, aan welke het eene veilige ligplaats aanbood. Vrolijk over den volbragten arbeid gieren de beide vogeltjes door de lucht, keeren eindelijk naar hunne woning terug,—doch in den tusschentijd heeft een musch zich daarvan meester gemaakt. Te vergeefs trachten zij den roover daaruit