Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/377

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
349
HET METSELAARS-GILD.

de vorm, waarin de stof gegoten is en waarvan die openbaringen het gevolg zijn, ook slechts een tijdelijk bestaan heeft. De bevers, hoe doeltreffend, hoe vernuftig ook hunne woningen ingerigt zijn, hebben daarin niets vooruit boven de overige dieren. Echter zijn en blijven zij onder de zoogdieren het verwonderlijkste voorbeeld van hetgeen het instinkt vermag. Er is slechts één met hen na verwant dier, dat hen in dit opzigt nabij komt, ja zelfs in enkele punten overtreft, namelijk de ondatra (Ondatra zibethica).

Dit dier behoort uitsluitend in Noord-Amerika te huis. De inwoners, die, zooals alle jagervolken, scherpe waarnemers der natuur zijn, geven hem den beteekenisvollen naam van "jongere broeder van den bever." Werkelijk is de ondatra dan ook, wat de uitwendige gedaante van zijn ligchaam betreft, bijna een bever in het klein, want hij heeft slechts ongeveer de grootte van een konijn. Maar in één opzigt verschillen beiden toch op eene zeer in het oog loopende wijze. Terwijl namelijk de bever een in de rigting van boven naar onderen plat zamengedrukten staart heeft, is daarentegen die van de ondatra zijdelings zamengedrukt. Doch, ook door de wijze van bouwen hunner woningen wordt bovengenoemde Indiaansche benaming gewettigd.

Even als de bevers leven de ondatra's aan de oevers van de zoete wateren, waaraan Noord-Amerika zoo rijk is, en desgelijks in maatschappijen. Zij voeden zich echter niet met boomschors, maar met biezen en andere waterplanten. Gedurende den zomer zwerven zij rond, maar tegen den winter betrekken zij hunne woningen of bouwen nieuwen. Zij kiezen daarvoor eene plaats, bedekt met biezen en waar het water niet hooger stijgt dan een of twee voeten boven den gewonen stand, want de ondatra's verstaan niet, zoo als de bevers, de kunst om een dam door het water te leggen en daardoor den stand daarvan te regelen. Daarentegen zijn hunne hutten, hoewel kleiner, nog kunstiger gebouwd. Elke hut heeft inwendig eene doorsnede van twee en een half voet en soms veel meer, wanneer, gelijk niet zelden het geval is, verscheidene huisgezinnen zich vereenigen om gezamenlijk eene grootere woning te bouwen. De gedaante is die van een ronden koepel. De bouwstoffen zijn biezen, klei en de drek van buffels.