woning verlieten, zijn er des avonds nog slechts eenige weinige overgebleven. Deze worden opgewacht door een troep arbeiders, wel te verstaan termieten-arbeiders, die als emigranten eene nieuwe kolonie zullen gaan stichten en daartoe in de allereerste plaats een vorstelijk paar behoeven, waardoor alleen hunne kolonie wel gedijen en in aantal van individu's kan toenemen. Zoodra zij nu zulk een paar gevonden hebben, voeren zij het mede en hunne eerste zorg bestaat daarin, dat zij voor hunnen nieuwen koning en koningin eene woning van klei bouwen, zoodanig ingerigt, dat deze daarin voortaan hun geheele volgend leven als gevangenen moeten slijten.
Doch laat ons, in stede van de geheele verdere ontwikkeling en uitbreiding der nieuwe kolonie te volgen, liever de door hen geheel voltooide gebouwen gadeslaan. Daarbij zal tevens blijken, hoe de verschillende deelen opvolgend zijn tot stand gekomen.
De woningen der termieten verschillen, al naar gelang der soort, waardoor zij gebouwd zijn. Sommige bepalen zich tot het vervaardigen van bolvormige nesten tegen boomtakken, enkele malen zelfs binnen in menschelijke woningen tegen het dak aan. Andere daarentegen, en hiertoe behooren eenige in zuidelijk Azië, Zuid-Amerika en Afrika levende soorten (T. bellicosus, T. fatalis, T. mordax enz.), bouwen op en in den grond. De door haar uit klei opgerigte gebouwen