Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/404

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
374
DE BOUWKUNST DER DIEREN.

zouden wenschen te hervormen, kunnen niet beter doen dan de merkwaardige huishouding dezer dieren in alle hare bijzonderheden te bestuderen. Zij vinden daarin een voorbeeld, dat slechts behoeft gevolgd te worden, om zeker te zijn, dat, wanneer het eenmaal gelukken mogt de menschelijke maatschappij op gelijke grondslagen te vestigen, haar thans zoo zamengesteld raderwerk zeer vereenvoudigd zoude worden en tevens veel van het onvolkomene, hetwelk haar thans aankleeft, zoude verdwijnen. Alleenlijk mogen zij wél bedenken, dat, zal die poging slagen, de menschen eerst in termieten moeten veranderd worden. Zoolang toch de mensch mensch blijft, dat is een weze met een krachtig individueel leven, een wezen, dat zich zijner vrijheid en zelfstandigheid bewust is en, naarmate hij naar hoogere volmaking streeft, zich daarvan meer bewust wordt, bestaat er weinig kans, dat de droomen der socialisten ooit tot werkelijkheid zullen worden.

Trouwens het is niet alleen de maatschappij der termieten, maar evenzeer die van de bijen, wespen, mieren en andere gezellig zamenlevende dieren, welke de stof zoude kunnen leveren voor eene toekomstige vergelijkende staathuishoudkunde. Vermoedelijk zoude eene der hoofduitkomsten dezer nieuwe wetenschap zijn, dat hetgeen goed is voor een termiet, daarom nog niet is voor eene bij, wesp of ander insekt, en dat de staatsregeling der bijen niet geschikt is voor de maatschappijen der termieten, mieren enz., waarbij wij, eenen stap verder gaande, dan wel mogen voegen: dat wat goed is voor dieren, daarom nog niet past voor menschen. Elke dezer dieren-maatschappijen heeft hare eigene constitutie, die in meer of minder belangrijke opzigten van die van andere verschilt. Zelfs bij soorten, die overigens in maaksel en levenswijze na overeenkomen, heeft het onderzoek gewigtige verschillen ten dien aanzien doen kennen. Zoo b.v. zijn er onder de mieren eenige soorten (het geslacht Polyergus), waarop de voorstanders der slavernij zich zouden kunnen beroepen als op voorbeelden, dat het houden van slaven eene volkomen natuurlijke zaak is. Deze mieren namelijk vallen de nesten van andere soorten van mieren aan en voeren de poppen mede, waaruit later werkmieren zullen komen, en brengen deze naar hun eigen nest. De