Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/482

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
68
ALBUM DER NATUUR.

embryo de vier lange tentakels droegen, waren bij het volwassene dier elk van twee dezer laatsten voorzien. De eijerstok was beladen met eijeren; van deze eijeren vertoonden eenigen een kiemblaasje en kiemvlek, anderen wel ontwikkelde medusen. De vraag was, waren de voorwerpen in kwestie eijeren of knoppen? Het is waar, dat er van dezen vorm van Lizzia geen mannelijk voorwerp gevonden is. Maar de mannelijke voorwerpen kunnen zeldzamer dan de vrouwelijken zijn, of, zoo als Dr. strethill wright in één geval ontdekt heeft, eene verschillende gedaante bezitten. De structuur der voorwerpen was die van ware eijeren. De kanaaltjes der daarin bevatte medusen hadden geene gemeenschap met die der moeder, zoodat zij in dit opzigt verschilden van de kanalen der knoppen-voortbrengende medusen van het geslacht Sarsia. Bovendien vertoonen de knoppen van Sarsia geen kiemblaas en kiemvlek. C. deed opmerken, dat de reproductie van medusen zonder tusschenkomst van een vastzittenden hydroïden toestand door gegenbaur en krohn waargenomen was geworden,—maar in de door dezen beschrevene gevallen moesten de embryos belangrijke veranderingen ondergaan, voordat zij al de eigenschappen van de ouders vertoonden. C. acht het mogelijk, dat de voortplanting bij Lizzia ook plaats kan hebben door tusschenkomst van de planuloïde en hydroïde toestanden. (Edinb. New Philos. Journ., vol. XII, No. 1, pag. 147.

 

Eigenaardige vastklemmings-organen van een mannelijken draadworm.—In een zeer vaste cyste uit de lever van Bufo viridis vond weinland een bijzonderen worm. Het staartuiteinde vertoonde bij eene driehonderdmalige vergrooting eene dubbele rij sierlijke sterretjes, waarvan elk ter zijde van twee vleugeltjes voorzien was. De sterretjes bestonden uit eene zich in het midden bevindende, ronde, concave schijf, waaraan zich 20 tot 22 randblaadjes bevonden; de eironde vleugel aan elke zijde was eens zoo lang als de diameter van het sterretje, dwarsgestreept, bruinachtig van kleur, en bestond uit harde chitine. Het aantal der sterretjes was veertien. Achter hunne rijen stond een bruine, gekromde stekel. Dujardin beschrijft eene Oxyuris ornata uit de darmen van Rana esculenta en temporaria met vier rijen hoornachtige aanhangsels vóór de vagina penis, en deze is zeker dezelfde worm of een zeer daarmede overeenkomstige. De eigenaardige organen kunnen niets anders dan vastklemmingswerktuigen zijn, waarmede het mannetje zich bij de copulatie aan het wijfje vasthoudt. De rijen van tepeltjes aan de buikzijde van de mannelijke Spiroptera sanguinolenta uit den hond, van den mannelijken Dispharagus enthuris uit den ekster, en van den mannelijken Ascaris brevicaudata uit de kikvorsch schijnen dezelfde beteekenis te hebben. Behalve deze organen dient ook de