Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/64

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
42
WAT HEEFT DE KOMEET VAN DONATI ONS GELEERD?

Dat de invloed der zon op de komeet zeer verschillend moet zijn, is ligt na te gaan, wanneer wij slechts bedenken, hoe zeer verschillend de afstand is, die de komeet op onderscheidene punten harer baan van de zon heeft. De baan toch is eene zeer langwerpige ellips. In haren naasten stand is de afstand der komeet 11910 millioen mijlen en dus ruim half zoo ver als de aarde van de zon, terwijl zij in haren versten stand 11 maal verder dan Neptunus van haar is verwijderd. In haren naasten stand schijnt de zon, van haar gezien, 3 maal zoo groot als voor ons; in haar versten stand schijnt zij niet grooter dan 6" of nagenoeg zoo groot als de planeet Saturnus zich voor ons vertoont. In de nabijheid der zon beweegt zij zich met de verbazende snelheid van 7610 mijl in de seconde, terwijl zij in haar versten stand in dien tijd slechts een weg aflegt van nagenoeg 100 el. Tot haren geheelen omloop besteedt zij een tijd van ruim 2100 jaar.

Nog andere merkwaardige en plotselijke veranderingen werden bij de komeet waargenomen. Zoo maakt de sterrekundige pape te Altona gewag van het volgend verschijnsel. De vooraangaande bolle zijde des staarts was tot den 4 Oct. regelmatig gebogen. Den 5 Oct. was eene kleine oneffenheid in de kromming op te merken, die langzamerhand toenam en waaruit zich den 8 Oct. eenige fijne zuilvormige strepen afscheidden. Den volgenden avond, den 9 Oct., zegt pape, leverde de staart eene eigenaardige vertooning op, daar op ongeveer 24° afstand van de kern uit de bolle zijde eene lichtzuil te voorschijn kwam, die zelfs tot eenige graden buiten den staart kon worden gevolgd, zoodat de staart hierdoor in twee deelen verdeeld scheen.

Eene soortgelijke waarneming, die de bovenstaande schijnt te bevestigen, is later ook medegedeeld door den Amerikaanschen astronoom bond te Cambridge, in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, die zoodanige afscheiding van een tweeden staart reeds van het midden van September tot aan den 10 October zou hebben waargenomen.

Trekken wij nu kortelijk te zamen wat de waarnemingen ten opzigte der komeet van donati ons hebben geleerd, dan vinden wij het volgende:

De komeet bestaat uit eene uitgebreide doorzigtige nevelmassa, welker deeltjes onderling zamenhangen, maar die bij hare nadering tot de zon zich meer en meer van elkander verwijderen en zoo eene veel grootere uitgebreidheid verkrijgen.