nog meer de belangrijkheid van het door mij gekozen onderwerp te doen uitkomen. Dan wil ik:
2° eenige oogenblikken over de chemische zamenstelling van het keukenzout gaan spreken, en er enkele eigenschappen van opnoemen;
3° zal ik de voornaamste plaatsen aangeven, waar het zout voorkomt, en eindelijk
4° de wijze beschrijven, hoe het zout voor het gebruik ingezameld en geschikt gemaakt wordt.
I. Het zout is voor onze gezondheid noodzakelijk; zeker heeft de lezer dit reeds menigwerf hooren beweren.
Tot regt begrip van hetgeen ik daaromtrent misschien minder bekends wilde zeggen, is het echter noodzakelijk, voorloopig mede te deelen, dat het zout uit twee grondstoffen bestaat, en wel uit een metaal, sodium en een gasvormig ligchaam, dat men chloor heeft genoemd. Wij zullen daarop zoo straks terug komen.
Men kan derhalve keukenzout maken, door in chloorwater een stukje sodiummetaal te werpen, en het vocht te laten verdampen, als wanneer er zoutkristallen achterblijven.
Welke rol speelt nu deze verbinding bij onze spijsvertering?
Indien men eiwit in maagsap tracht op te lossen, dat verkregen wordt door het maagslijmvlies met water uit te trekken, en met een weinig zoutzuur zuur te maken, dan lost dit sap gestold eiwit, bij 36° C., in 5 uren tijds op; kaasstof lost het in dien toestand in 5½ uur op. Voegt men evenwel bij het op bovengenoemde wijze verkregen maagsap een en een half percent keukenzout, dan wordt, onder overigens gelijke omstandigheden, het eiwit opgelost in 2½ uur, en de kaasstof in minder dan 3 uren; dus in ongeveer de helft van deden tijd. Men schrijft ook aan het keukenzout een bederfwerend vermogen van het maagsap toe.
Wordt aan een mensch of dier de toevoer van zout onthouden, door hem stoffen toe te dienen, waarin het zout geheel ontbreekt, dan wordt de geheele spijsvertering in de maag gestoord, en, ten gevolge van de veel geringere oplossing der eiwitachtige stoffen, is de voeding onvolledig.