Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/164

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
142
HET HUWELIJK DER PLANTEN.

Nu zoeken de vrouwelijke bloemen het stuifmeel op,—een koeltje, een golfje is er noodig om ze op het watervlak te doen buigen en de vruchtbaarmakende stof op te vangen; is dit geschied, dan rolt de spiraalvormige steel zich weder op, de vrouwelijke bloem duikt weder naar de diepte en laat hare vrucht vormen in de onmiddelijke nabijheid van haren echtvriend.

Dat de insekten een grooten invloed uitoefenen op de bevruchting der planten, is straks reeds gezegd bij de vanille b.v., doordat zij of aan de haartjes hunner pootjes of van hun onderlijf de bevruchtende stof medenemen. Een voorbeeld zouden wij hier nog bij kunnen voegen, hetwelk meer in den waarnemingskring van een ieder ligt. De bloemen van den moffepijp (Arislolochia Sipho, l'Her), eene plant veelvuldig in tuinen gekweekt, én om hare schoone hartvormige bladen, én omdat zij zoo geschikt voor muurbedekking is, heeft hare meeldraden ook vereenigd met den stamper, waardoor de bevruchting onmogelijk is. Het bloemdek dezer bloemen heeft de gedaante van een was- of oliekop, dus van boven eene naauwe opening, waarin bovendien nog naar beneden gerigte haartjes zijn; kleine insektjes dringen door die naauwe opening naar binnen, en bewegen zich in de holte onder in de bloem, waardoor zij de stuifmeelhoopjes loswerken en zoodoende op den stempel brengen.

Het zijn bij deze en andere bloemen de afgescheiden suikerachtige stoffen, die de insekten naar de bloemen lokken en daardoor in de hand der natuur de middelen worden om haar voor ondergang te verhoeden.—Alles hangt dus in haar als het ware aaneen, en zoowel de mineralogische produkten als de planten en dieren vormen een' onafgebroken schakel in deze bewonderingswaardige huishouding; want zouden er niet honderden van voorbeelden aan te halen zijn, waar een klein scheurtje in dien schakel een stilstand, eene uitsterving heeft voortgebragt? Een enkel voorbeeld: het roekeloos uitroeijen van insektenetende vogeltjes, vermeerdert verbazingwekkend b.v. de rupsen, en wat deze voor schade aan hout- en andere gewassen te weeg kunnen brengen, is overbekend.

Dat de insekten naar de bloemen zouden toegetrokken worden door hare kleuren, zullen wij voor rekening laten van de waarnemers,