Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/165

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
143
HET HUWELIJK DER PLANTEN.

doch zooveel is zeker, dat sommige insekten eene bepaalde voorliefde voor deze of gene plant hebben, zooals dat ook de vanille-kultuur op Java heeft geleerd.

 

 

Zijt gij, lezer, wel eens in eene orchideën-kas geweest? Hebt gij wel eens bewonderend door eene warme kast gewandeld? Zijt gij wel eens op eene tentoonstelling van bloemen geweest? Zeker toch hebt gij in de vrije natuur in den bloeitijd wel eens rondgedoold; door weiden en dreven, langs meren, beekjes, riviertjes en rivieren, door bosschen of over de heide. Is u daar nooit iets opgevallen? Zeker ja! Want wie zou 't niet opmerken, dat de planten in vollen bloei zijnde, het frischte er uitzien, en dat de grootste reinheid, de zuiverheid en de gloed der kleuren dan hunnen hoogsten trap hebben bereikt. Wel is er onderscheid in dien gloed, in de krachtvolle kleurentinten, want een hijacinth heeft doffer gloed dan eene tulp; deze weder doffer dan eene azalea of camellia; de goudgele tinteling der wilde ranonkels steekt weder af bij de zachte kleurenmengeling van viooltje of vergeet-mij-nietje; en de volheid van alles wordt bereikt in de grootbloemige cacteën of in de overheerlijke orchideënbloemen. De bloem der keerkringsgewesten is schitterender dan die van 't noorden; maar de zachtere kleuren uit de noordelijke gewesten zijn even zuiver en vol gloed, als de weelderige kleuren der in de warme gewesten van den aardgordel bloeijende planten.

In dien tijd, waar de plant op de oppervlakte der aarde ook mag bloeijen, in den bloeitijd, zoo als men het noemt, spreidt de bloem haar bloemkroon of hare bloembladen krachtig, onbevlekt en sierlijk uit, en wat wonder ook, het is het levenstijdperk, waarin het eerste liefdevuur, de ware liefde, ontvonkt. Juist dan wordt in de wezenlijke deelen der bloem een nieuw, een hooger leven opgewekt; de meelknopjes openen zich; de stempel heeft de kleverige suikerachtige stof vooraf reeds bereid; de uitstorting van het stuifmeel op den stempel heeft plaats gehad of zal plaats hebben.