Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/200

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
174
DE TIMMERAARS ONDER DE DIEREN.

horizontale verdiepingen en talrijke tusschenschotten daarin worden ook hier aangetroffen. Is het werk minder regelmatig, het is teederder, fijner; want de mieren, partij trekkende van de grootere hardheid van het wortelhout, geven aan dit gedeelte van haar gebouw eenen buitengewonen graad van ligtheid. Ik heb stukken gezien van acht tot tien duimen lang en even zoo hoog, geheel bestaande uit hout, dat zoo dun als papier was, met eene menigte van vertrekken, die de zonderlingste vertooning opleverden. Aan den ingang dezer vertrekken, welke met veel zorg zijn uitgehold, zijn aanmerkelijke openingen, doch in plaats van lange gangen en daarin zich openende kamers, zijn hier de houtlagen tot bogen uitgesneden, zoodat de mieren eenen vrijen doortogt hebben in elke rigting. Deze bogen maken de poorten uit, welke geleiden naar de onderscheidene verblijfplaatsen."

Het laatste gedeelte dezer beschrijving past geheel op een stuk wortelhout, door Formica fuliginosa tot een nest uitgehold, hetwelk ik thans voor mij heb. Dit stuk hout, 30 Ned. duimen in de grootste doorsnede lang, 20 duimen hoog en 5,5 duim dik, heeft, naar schatting, in den oorspronkelijken toestand minstens 1,2 Ned. pond gewogen. Thans bedraagt het gewigt slechts 0,119 Ned. pond, dat is minder dan 110, zoodat derhalve meer dan 910 van de houtzelfstandigheid zijn weggeknaagd.

Behalve genoemde soort zijn er nog andere soorten van mieren, die mede tot het gild der timmeraars behooren, doch die zich niet enkel bepalen tot het uithollen van boomen, maar de kunst verstaan om de kleine houtspaandertjes, die zij af knagen, met spinneweb als eene soort van cement dooreen te werken en met deze bouwstof geheele kamers te bouwen. De soorten, welke dit doen, zijn de zwarte en de gele mier (Formica nigra en F. flava).

Zeker is er geen geslacht van dieren, waarvan de verschillende soorten op zoo verschillende wijze bouwen, en waarbij men minder regt heeft om van de eene tot de andere te besluiten, als dat der mieren. Later zullen wij dan ook nog andere bouwwijzen van andere soorten te vermelden hebben.