Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/214

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
188
OVER DE ZUIDPOOLTOGTEN.

landen bestaan, waar zich voor het grootste gedeelte het ijs vormt, dat over den zuidelijken oceaan is uitgespreid. Ik geloof, dat dit ijs zich niet zoover in de Indische en Atlantische zeeën zou uitstrekken, als er niet in het zuiden een land bestond van aanmerkelijke uitgebreidheid."

»Ik vooronderstel echter, dat het grootste gedeelte van dit zuidelijk vast land gelegen is binnen den poolcirkel, waar de zee zoo met ijs is vervuld, dat zij onbevaarbaar is. Het gevaar, waaraan men zich bloot stelt om eene kust in deze onbekende en bevroren zeeën te ontdekken, is zoo groot, dat ik beweren durf, dat niemand zal wagen verder te gaan, dan ik gegaan ben, en dat de landen, die zuidelijk gelegen zijn, nooit ontdekt zullen worden. Men moet de dikke nevels, de sneeuwstormen, de scherpe koude en al wat de scheepvaart gevaarlijk maakt, trotseren. Het aanzien der kusten is verschrikkelijker dan men zich kan voorstellen. Dat land is door de natuur veroordeeld om begraven te blijven onder eeuwige sneeuw en ijs."

Deze mededeelingen van den beroemden reiziger waren voorzeker niet zeer geschikt om bij de zeevaarders den lust naar eene nadere kennismaking met die oorden op te wekken. De meeste ontdekkingen, die er dan ook later in deze streken gedaan zijn, is men voor het grootste gedeelte verschuldigd aan walvischvaarders, die op hunne omzwervingen in deze streken bij toeval het een of ander eiland ontmoetten. Zoo werden in 1806 de Aucklandseilanden, ten zuiden van Nieuw-Zeeland op ongeveer 50° zuiderbreedte gelegen, door eenen Amerikaanschen walvischvanger ontdekt. In 1810 werd het eiland Campbell, een weinig zuidelijker gelegen, door hazleburg gevonden. In 1821 drong bellinghausen, kapitein bij de Russische marine, door tot aan 70 graden zuiderbreedte, bijna even ver als kapitein cook, en ontdekte ten zuiden van Vuurland twee kleine eilanden, die hij Alexander I en Peter I noemde, en die zamenhangen met die groep van landen en eilanden, welke later onder den naam van Grahamsland, Triniteitsland en Louis Philippe-land zijn bekend geworden. Palmer en Po wel, twee walvischvaarders, ontdekten, de eerste het Palmersland en de tweede het Powelsland, dat gewoonlijk Zuid-Orkney genoemd wordt.

In 1823 gelukte het een koopvaardij-kapitein, james weddell, nog verder dan cook voorwaarts te dringen. Hij bezocht de zuidelijke