Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/240

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
214
VLECHTERS, MANDENMAKERS, WEVERS,

in omtrek. De tot gelijk doel dienende bladerenhoopen van Megopodius rubripes, op Celebes en Nieuw-Guinea, bereiken zelfs eene hoogte van tien tot vijftien voeten.

Voorwaar, indien deze vogels zich niet kwijten van de taak van het uitbroeden hunner eijeren, dan zal toch niemand hun, na het gezegde, onverschilligheid voor hun toekomstig kroost kunnen ten laste leggen; ja zelfs mag men veilig beweren, dat er geene zijn, die hun gelijk komen in de mate van arbeid, welke zij met vooruitziende ouderliefde verrigten. En tevens leveren zij een der merkwaardigste voorbeelden, hoe in de natuur hetzelfde doel op schijnbaar geheel uiteenloopende wijzen bereikt wordt.

Wenden wij ons nu naar die vogels, welke de eigenlijke leden van het gild der vlechters en mandenmakers zijn, dan ontmoeten wij in de gedaante, het maaksel, de wijze van zamenstelling hunner voortbrengselen eene zoo groote verscheidenheid, dat ik er inderdaad van moet afzien een eenigzins volledig overzigt daarvan te geven. Alleen dit gedeelte van mijn onderwerp zoude de stof tot vulling van een tamelijk lijvig boekdeel kunnen leveren. Ik mag van mijne lezers niet vergen mij op dien langen weg te volgen en zal mij dus beperken tot het doen eener keuze uit de vele merkwaardigheden, die de nestbouw der vogels zoowel in ons eigen vaderland, als in verre gewesten oplevert. Ik voel mij daartoe te eer gedrongen, omdat eene enkele beschrijving der nesten weinig strooken zoude met het doel, hetwelk ik mij voorstel te bereiken, en dat geenszins bestaat in het voldoen aan eene ijdele, kinderlijke nieuwsgierigheid, die alleen stemt tot naïve verwondering over al wat vreemd en zonderling is, maar veeleer daarin, om de natuur te schetsen van eene zijde, die in haar een groot wondervol geheel doet kennen, waarin middel en doel, oorzaak en gevolg onderling in het schoonste verband zijn. Aan de beschrijving der voortbrengselen van het bouwtalent der vogels zullen wij derhalve ook, voor zoover zulks noodig is, eenige bijzonderheden uit hunne levenswijze aanknoopen.

In het algemeen kan men zeggen, dat de eigenlijke bedoeling, waarmede de vogels hunne nesten maken, bestaat in het vormen van