Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/265

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
239
VILT- EN TAPIJT WERKERS.

daaraan ook de langste buizen zullen toevoegen. En zoo is het werkelijk; men heeft namelijk opgemerkt, dat dergelijke nesten, door jonge vogels gebouwd, slechts zeer korte buizen hebben, terwijl de oude, meer ervaren vogels daaraan eene groote lengte geven. Wel heeft men regt ook hierin een bewijs te zien voor de stelling, dat de kunst, welke deze en andere dieren in het tot stand brengen hunner woningen aan den dag leggen, niet enkel de vrucht is van een aangeboren, geheel blind instinkt, maar ook van de ondervinding, welke zij bij de uitoefening van hun ambacht opdoen en van de grootere vaardigheid, die zij daardoor erlangen.

Nog verscheidene andere soorten van hetzelfde geslacht munten uit door hunnen merkwaardigen nestbouw, doch wij gaan deze voorbij, om slechts nog iets te zeggen over een hunner, die zich boven allen in dat opzigt onderscheidt.

In die streken van zuidelijk Afrika, welke de woonplaats zijn der eenige ware volkplanting van Nederlandschen oorsprong, gevormd door dat krachtig ras, hetwelk, Nesten eener kolonie van Ploceus socius
Nesten eener kolonie van Ploceus socius.
hoewel thans nog ietwat ruw, toch bestemd schijnt zich te ontwikkelen tot eene maatschappij, die de beschaving tot in de binnenlanden van Afrika zal doen doordringen; in die streken, waar onze stamgenooten strijd voeren met leeuwen en luipaarden, olifanten, rhinocerossen, buffels en de nog gevaarlijker Kaffers, ontwaart de jager te midden van een bosch eenen boom, met een zonderling aanhangsel daarom heen. Het schijnt een reusachtige paddestoel, die den geheelen stam omvat, of wel het dak van eene hut of tent,—ja zelfs komt welligt het denkbeeld op bij dengenen, die het op eenen afstand beschouwt, dat het gelijkt op