Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/346

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
318
DE SPINNERS ONDER DE DIEREN.

drijvende wieg van zijn toekomstig kroost is, na ongeveer vijf uren arbeids voltooid ziet.

 

Ook in de orde der vliesvleugelige insekten (Hymenoptera) komt een aantal soorten voor, die de kunst van spinnen verstaan. Dit geldt met name van de Sluipwespen of Ichneumoniden, dieren, die zich vooral kenschetsen door het zonderling instinkt, dat hen drijft om hunne eijeren te leggen binnen in het ligchaam der maskers, der poppen of zelfs in de eijeren van andere insekten, iets waartoe zij in staat worden gesteld door het bezit van eene vaak lange legboor aan hun achterlijf. Het doel, waarmede dit geschiedt, is geen ander dan hetgeen zoovele andere wespen en bijen beoogen door aan de gelegde eijeren eenen voorraad van voedsel voor de daaruit komende jongen toe te voegen. De jonge larven der sluipwespen vinden namelijk in het ligchaam van het dier, dat hen herbergt, hun voedsel bereid. Terwijl dit blijft voortleven, verslinden zij het zoogenaamde vetligchaam, dat de verschillende, voor het leven gewigtige organen omgeeft, en eindelijk, wanneer zij zoo ten koste van hunnen gastheer hunnen vollen wasdom erlangd hebben, doorboren de ondankbaren zijne huid om zich te verpoppen en later tot een gevleugeld insekt te worden. Bij dit verpoppen spinnen zij zich in, op eene dergelijke wijze als zulks de rupsen der nachtvlinders doen; doch, daar in het algemeen de sluipwespen kleinere dieren dan deze zijn, zoo zijn ook hunne poppen kleiner.

De larven van verscheidene soorten van sluipwespen leven gezellig en spinnen gezamenlijk een nest, dat uit een aantal aaneengevoegde cocons bestaat. Zoo, b.v., is dit reeds lang bekend van eenige soorten van het geslacht Microgaster en daaronder is eene, in Europa levende soort, M. alvearius, welker cocons op regelmatige wijze zamengevoegd zijn. Vermoedelijk behoort het hiernevens afgebeelde nest aan eene dergelijke, doch Zuid-Amerikaanscke soort. Ik ontving het onder den naam van »een echt kolibri-nesje!" Volgens een bijgevoegd berigt is het afkomstig uit de West-Indiën, zonder nadere aanduiding van de plaats waar het gevonden is. De dwaling trouwens, die dit nest voor dat eener kolibri deed aanzien, is eenigzins