Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/406

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
378
DE PAPIERFABRIKANTEN ONDER DE DIEREN.

zich als kleine wormpjes vertoonende larven groeijen spoedig, dank hebbe de met vooruitziende zorg onder hun bereik geplaatste voorraad; eindelijk hebben zij hare volle grootte bereikt; zij spinnen zich in, en uit de pop komt eene gevleugelde wesp te voorschijn, die hare wieg verlaat, dadelijk als eene gehoorzame en wel opgevoede dochter hare moeder te hulp snelt en zich beijvert om een gedeelte van de tot nog toe door deze alleen vervulde taak overtenemen. Allengs groeit zoo het getal der arbeidsters aan, en daarmede gaat het werk al sneller en sneller van de hand. Réaumur berekende, dat van eene der in Europa gemeenste soorten van wespen (vermoedelijk Vespa germanica) het getal der individu's in een enkel nest op het einde des zomers tot 30,000 geklommen is, die alle van eene en dezelfde moeder afkomstig zijn.

Réaumur was ook de eerste, die ontdekte, dat de door de wespen gebouwde nesten met hunne talrijke tot raten vereenigde cellen uit eene papierachtige stof bestaan. Hij zelf kwam eerst na jaren onderzoeks tot dit besluit; thans is een enkele blik door het mikroskoop voldoende om ons daarvan te overtuigen.

Papier is eene uit plantenvezelen zamengestelde zelfstandigheid. Gewoonlijk wel is waar bezigt men, om het te vervaardigen, zoogenaamde lompen, dat is lappen katoen, linnen enz., die versleten en tot geen ander gebruik meer geschikt zijn. Maar men doet dit slechts goedkoopheidshalve; de versche boomwol, de ongeweven hennip- en vlasdraden zouden zich even goed tot papier laten verwerken, ja men kan nog uit eene menigte andere plantenstoffen papier maken, uit hooi, stroo, boomschors, hout, bladeren enz. De eenige voorwaarde is dat de vezelen of vezelcellen, waaruit de plantenweefsels geheel of gedeeltelijk bestaan, behoorlijk van elkander gescheiden worden, zoodat zij, met water tot eene pap dooreen geroerd, en, deze pap vervolgens tot eene dunne laag uitgebreid wordende, in allerlei rigtingen door elkander liggen, waardoor de eene vezel als het ware in de andere grijpt, en aldus een zamenhangend geheel ontstaat, waarvan dan nog het verband kan versterkt worden door eene bijgevoegde klevende stof, waartoe in de papierfabrieken lijm of stijfsel wordt aangewend.

De wespen nu zijn, gelijk gezegd is, ook ware papierfabrikanten.