Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/450

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
34
ALBUM DER NATUUR.

middellijn voorzien, waarvan de uiteinden onderling en met een zeer gevoeligen dikdradigen rheoskoop werden verbonden. Eene massa bismuth van omstreeks 3 kilogram, in geschikten vorm gegoten en plotseling bij de polen des magneets gebragt, liet evenwel het astatiek systeem des rheoskoops in volkomen rust.

Over deze, tegen verwachting, zoo geheel negative uitkomst verwonderd, begon de proefnemer te twijfelen aan de goede inrigting van zijn werktuig, te denken dat misschien de geleiding, hetzij in de windingen om den magneet of in die des rheoskoops ergens kon verbroken zijn. Om dit te beproeven werd een klein ijzerstaafje van twee à drie duimen lang en omstreeks 4 strepen dik met een der polen van den magneet in aanraking gebragt. Het naaldsysteem sloeg daardoor met heftigheid tegen het stuitpennetje op 90° niet alleen, maar de astasie was nu door den te sterken stroom zoo verminderd, dat de slingertijd nu omstreeks 2° bedroeg, in plaats van 12°, zoo als een oogenblik te voren het geval was. Deze fout werd tijdelijk verholpen door eene in de nabijheid des rheoskoops geplaatste magneetstaaf en nu onderzocht men, hoe klein de massa ijzer wel wezen kon, die, met den magneet in aanraking gebragt, nog een merkbaren stroom in de omwindingen kon doen ontstaan. Het bleek toen, dat een stukje ijzer van naauwelijks 1 decigram gewigt op deze wijze nog een stroom opwekte, die in den rheoskoop eene afwijking van meer dan 5° teweeg bragt.

Als men dit leest, dan heeft het weinig opmerkenswaardigs. Maar als men het ziet, dan is er niemand, die daarbij een kleinen uitroep van verbazing kan weerhouden. De maagneetkracht toch ondergaat blijkbaar eene verandering in den geheelen magneet, op het oogenblik dat deze door het stukje ijzer wordt aangeraakt. Neemt men nu in aanmerking, dat de magneet eene massa staal is, die bijna 16 kilogrammen weegt, dan moet men zich wel verbazen over de doordringende werking, daarop uitgeoefend door zoo nietig een stukje ijzer, waarvan het gewigt slechts 1100 000 van dat des magneet bedraagt.

Jammer slechts, dat het bismuth niets deed.

 

Spierzamentrekkingen der mechanische werkingen.—Hierover bevatten poggendorf's Annalen, bl. 159, een klein opstel, overgenomen uit sillimans American Journal. Bij de algemeene verspreiding van die Annalen, ook in ons vaderland, loopt men door een berigt over eenige daarin behandelde zaak in dit Bijblad groot gevaar den lezer te onderhouden over iets, dat hij reeds weet. Maar het hier aangeduide onderwerp mag opmerkelijk worden geacht, niet slechts voor hem, die in de eigenlijke physika belang stelt en dus het