leerzaamste is zeker de vervorming van het merkwaardige vogeleiland Rottum; want hier is nog meer op te merken, dan te zien hoe het huishouden van den voogd, met vrouw en zonen, vrede en orde bewaart onder zijn wel gedisciplineerden troep meeuwen, zeezwaluwen, lieuwen, bergeenden en koeijen, die te zamen een welvarend bestaan voor deze kluizenaars opleveren. Langen tijd is op Rottum, langs het vlak afloopende, noordwestelijke strand, het duin toegenomen, terwijl het zich tevens, als eene gewone zandstuiving, aanhoudend meer naar het oosten uitstrekte. De bij elke ebbe geheel droogvallende
plaat, langs het Huberts gat hoogt zich, door het stuivende zand, al meer en meer op; daarachter, aan de zuidzijde, bezinkt klei, en Rottum zal hierdoor langzamerhand nog meer bewoners voeden kunnen dan een enkel huisgezin. Met groote zorg wordt de