Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/144

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
124
MANNA EN LERP.

het ligt, te onderscheiden. Daar de plant, niet aan den grond vastgehecht, veel van atmosphaerische invloeden afhankelijk is, laat het zich begrijpen, dat zij bij eenen vallenden regen zoo snel opzwelt en zich vertoont op plaatsen, waar men haar vroeger niet opgemerkt had, zoodat het den schijn heeft, alsof zij uit de lucht ware nedergeregend. Parrot (bij nees, t.a.p., bl. 361 — 362) heeft van zijne reize naar den Ararat eene zelfstandigheid medegebragt, welke in het begin van het jaar 1828 in eenige distrikten van Perzië 5 — 6 (oude) duimen hoog nedergeregend was en door de inwoners gegeten werd. Dit was hetzelfde korstmos, waarvan goebel eene scheikundige ontleding geplaatst heeft in schweigger's Journal für Chemie und Physik, 1830, 3. Heft 4, p. 393. Deze verschilt echter aanmerkelijk van de in het Wet. Bijblad t.a. pl. opgegevene scheikundige zamenstelling van de van boomen en heesters verkregene manna, daar het korstmos zich vooral door zijn groot gehalte aan zuringzuren kalk, bijna 66 ten honderd, onderscheidt.

De plant, die door den generaal jussuf in de Sahara bij Algerië gevonden is en welke daar althans tot paardenvoeder dienen kan, is, volgens link (Bot. Zeitung, 1848, p. 53 en 666), eene andere soort, welke hij Placodium Jussufii voorstelt te noemen. Hiertoe behoort ook de door guyon in Algerië verzamelde en als Parmelia esculenta in een gedroogd exemplaar door desmazières (Plantes cryptogames de France, 1853, no. 44) uitgegevene plant. Deze soort zal echter ook tot het geslacht Kogelloof (Sphaerothallia van nees) gebragt moeten worden.

3. Wordt de naam manna, of meer bepaaldelijk die van Oostersche of Poolsche manna (Schwadergrütze) ook wel gegeven aan de zaden van het Vlotgras (Glyceria fluitans), eene ook bij ons algemeene inlandsche plant, welke zaden in eenige deelen van Duitschland en Polen als een gezond voedsel voor den mensch ingezameld worden, door de zaaddragende pluimen van dit gras boven het water, waarin het groeit, af te snijden, en later door eene ligte afdorsching afzonderlijk in te zamelen. — Dit zaad zal echter natuurlijk niet met andere mannasoorten verward kunnen worden.

4. Geheel verschillend van de bovengenoemde eetbare manna-soorten