Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/207

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
187
VICTORIA REGIA.

rondte wegsnijdt, en dan het door de vruchtbare meeldraden in groote hoeveelheid uitgestorte en als een kleverig poeder zich voordoende stuifmeel met een penseel verzamele en daarmede de stempelkom voorzigtig in alle rigtingen bestrijke. — Van de 7 bloemen, welke de Victoria regia in den Amsterdamschen kruidtuin tusschen 23 Julij en 23 Augustus (1861), en dus met tusschenpoozen van p.m. 4 dagen voortbragt, werden de eerste twee niet bevrucht, en was dan ook, kort na den bloeitijd, de eijerstok reeds in ontbinding overgegaan; de overige vijf echter, op welke de hier boven beschrevene kunstgreep werd toegepast, leverden alle rijpe vruchten en eene aanzienlijke hoeveelheid zaad, hetwelk in alle opzigten goed gevormd mogt heeten.

De vraag, waaraan het toe te schrijven is, dat de Victoriabloem in haar vaderland, zonder menschelijke hulp, vruchten en zaadkorrels voortbrengt, is, meenen wij, nog niet voldoende opgelost. Schomburgk deelt mede, dat de vleezige slippen, welke de stempelkom ontoegankelijk maken voor het stuifmeel, aldaar standvastig door insekten verwoest worden, maar geeft geene verklaring van dit feit. — Wij voor ons hechten min of meer aan het denkbeeld, dat die slippen, onder den invloed van de verzengende hitte en het verblindende licht, waardoor de Victoriabloemen onder de keerkringen getroffen worden, niet, zoo als bij ons, gesloten blijven, maar, zij het ook weinig, naar buiten worden gekromd, en zoo doende eene opene ruimte doen ontstaan, groot genoeg om het stuifmeel den toegang tot de stempelkom te verzekeren. — Dat ook insekten bij de bestuiving der Victoria eene zekere rol spelen, willen wij niet ontkennen, maar naauwkeuriger waarnemingen dan die van schomburgk zijn, onzes inziens, noodig om ons als zeker te doen aannemen, dat van hunne medewerking in dit opzigt alles afhangt.

De tijd, benoodigd om eene rijpe Victoriavrucht voort te brengen, kan op 4 à 6 weken worden geschat. Kort na het verflensen der bloembladen en het weder terugkeeren tot den gesloten toestand van de geheele bloem, ziet men den groenen bal, die het zamenstel van prachtig gekleurde blaadjes torschte (den eierstok), onderduiken en weldra onzigtbaar worden. Door water omgeven, neemt hij nu langzaam in omvang toe en wordt hij zachter van