Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
9
KLEUREN.

leven hoogleeraar was te Berlijn en die göthe persoonlijk had gekend, verhaalt, dat deze van de newtonsche kleurenleer gehoord hebbende, ook eens iets daarvan wenschte te zien en dus van eenen vriend een prisma ter leen vroeg. Dit werd hem toegezonden; maar hij vergat er gebruik van te maken, totdat, na meer dan een jaar tijds, de eigenaar het deed terugvragen. Toen, om er ten minste iets van te zien, maakte hij het papier los, waarin het gewikkeld was, en zag er door naar een vensterraam, in de verwachting nu al de ruiten fraai gekleurd te zullen zien. Maar in plaats daarvan zag hij, zooals uit het bovenstaande blijkt, dat noodzakelijk het geval moest zijn, slechts de horizontale roeden of de vertikale met kleuren omzoomd, al naardat hij het prisma horizontaal of vertikaal hield. Zie, dat was hem iets ongehoords! Dat het onverwachte hiervan in zijn begrip kon liggen kwam den grooten dichter niet in den zin, de kleuren ontstonden blijkbaar alleen waar "das Helle" en "das Dunkle" aan elkander grensden; zij moesten dus ook door "die Zusammenwirkung" van het lichte en het donkere ontstaan. Hij schafte zich nu een paar prisma's aan, deed daarmede een groot aantal waarnemingen en proefnemingen, alle evenwel subjectief, dat is hier: door er door heen te zien, waarvan de uitkomsten, voor zoover zij tot het gebied der physika behooren, dus niet door eene bijzondere werking in het gezigtsorgaan werden voortgebragt of gewijzigd, met de newtonsche kleurenleer volmaakt overeenstemden. Door eene allerzonderlingste logika zag hij echter in die uitkomsten niets anders dan zoovele bevestigingen van zijne geliefkoosde Chiaroscurotheorie, en eindelijk gaf hij een dik boek "zur Farbentheorie" uit, waarin hij zijne proeven beschreef en zijne theoriën in veelal zeer bloemrijke en gezwollene bewoordingen uiteenzette, en dikwijls met eene grofheid, die men van een man als hij niet verwachten zou, niet alleen newton's gevolgtrekkingen tegensprak, maar ook diens proefnemingen, welke hij waarschijnlijk nooit had herhaald, door allerlei kunstgrepen trachtte in waarde te verminderen [1] Dit boek maakte in Duitschland evenwel grooten

  1. Het is niet wel mogelijk om van göthe's theorie, anders dan zeer oppervlakkig, een denkbeeld te geven, zonder in groote uitvoerigheid te vervallen. Om aan dit