Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/47

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
27
BINNENLAND VAN AUSTRALIË.

bedekt zijn, onder welke zich eene nieuwe, door paarden inzonderheid gezochte voederplant bevindt. Ook schijnt de natuur reeds voor de toekomstige behoeften van beschaafde menschen in het verre binnenland gezorgd te hebben; want zij heeft daar reeds den aardappel, den getrouwen gezel der beschaving, geplant. — Wij hooren uit bijzondere bronnen, dat stuart een groot meer in het noordelijk binnenland ontdekte, welks uitgebreidheid hij met het bloote oog niet kon over zien. Zijn water was blaauw en daarom waarschijnlijk van aanmerkelijke diepte; ook bevatte het eene groote menigte visschen. Het lag regts van den weg, toen stuart naar het noorden ging. De heer stuart ontmoette ook eenen merkwaardigen, geheel alleen staanden pilaar van zandsteen van honderd voeten hoogte."

Thans is het dagboek van dezen merkwaardigen togt in het licht verschenen. Het eenvoudig, onopgesmukt verhaal vervult den lezer onwillekeurig met bewondering voor den moedigen reiziger, die onder de grootste ontberingen en de vreeselijkste gevaren het doel van zijnen togt met onwrikbare volharding tot het uiterste toe vervolgde, en die, toen hij eindelijk door de omstandigheden zich in de volstrekte noodzakelijkheid zag om, eer hij dat doel bereikt had, terug te keeren, den moed had om kort daarop dienzelfden togt voor de tweede maal te aanvaarden.

Hij was den 2den Maart met twee reisgenooten, de heeren kekwick en head, en 13 paarden van Chambers-Creek, een riviertje aan de zuid-westzijde van het Gregory-meer, op reis gegaan en in noordelijke rigting tusschen 133 en 135 graden oosterlengte tot ruim 19 graden zuiderbreedte doorgedrongen. Hij is dus van het zuiden naar het noorden juist door het centrum van Australië getrokken, nagenoeg even ver van de oost- en van de westkust verwijderd. Tot op 40 Duitsche mijlen was hij aan de Victoria-rivier en de streek aan de Carpentaria-golf, die in 1856 door gregory was bereisd, genaderd, toen een vijandelijke aanval der inboorlingen hem bij den verzwakten staat van zijn gevolg tot den terugkeer noopte.

Wat stuart in het binnenland vond, heeft zeker velen verrast. Tot hiertoe hadden zich de uiteenloopendste vooronderstellingen aangaande de natuurlijke gesteldheid van die onbekende streken ver-