Pagina:Architectura vol 005 no 006.djvu/7

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
6 Februari 1897.
37
ARCHITECTURA.


moest worden met het indrijven van breeuwwerk in de openingen tusschen den onderrand der kuip en den sluisvloer, omdat deze te veel water doorliet.
 Aan de dagzijde van het metselwerk werd nu aan weêrszijden van de scheur een sleuf gehakt ter diepte en breedte van 0.50 M. aan den voorkant en 0.70 M. aan den achterkant, zoodat zij in horizontale doorsnede een zwaluwstaartvorm vertoonde. Het plan van de directie was om het onderste deel der sleuf, bv. tot 6 M . — AP te vullen met cementbeton en het hooger liggende gedeelte met beste vlakke klinkers vol te metselen. Die betonstorting was evenwel aan groote bezwaren onderhevig, aangezien de gebroken muur een te groot volume water doorliet van de landzijde. Om hierin te voorzien werd in de bestaande sleuf een tweede kleinere gehakt ter hoogte van 3 M. en deze aan de bovenzijde horizontaal afgedekt. Het water dat zich boven deze horizontale lijn verzamelde, kon nu verticaal neêrstorten en werd opgevangen door een houten koker, die in de kleine sleuf werd geplaatst. De lozing van dit water geschiedde door een ijzeren buis aan de onderzijde bevestigd op den bodem der sleuf. Even vóór den dag van den rechtstandsmuur steeg deze buis door een ombuiging weer loodrecht omhoog en werd daar verbonden aan de zuigbuis van het pompwerktuig. Nu kon worden overgegaan tot de vulling van de sleuf met beton. Langs de dagzijde van den sluismuur werd een houten keering aangebracht en deze verhoogd naar gelang van de rijzing der betonlaag, die op deze wijze ongehinderd kon gestort worden. De scheur is op die manier gedicht en de opening der kluis heeft dan ook den 12en december 1896 ongehinderd plaats gehad.
 Een en ander werd door den heer de wild door schetsen op het zwarte bord toegelicht. De voorzitter bracht hem den hartelijken dank der vergadering en hoopte dat we nog meermalen iets van onzen 2en secretaris te hooren en te zien zouden krijgen.
 Hierna deed de 1e secretaris verslag over den toestand der vereeniging in het afgeloopen jaar, waaruit bleek dat er kon gewezen worden op een ledental van 43 en de vergaderingen geregeld hadden plaats gevonden. Hij ontving daarvoor den dank der verg. bij monde van haren voorzitter, die op zijn beurt door den heer ringers werd dankgezegd voor al hetgeen hij in het afgeloopen jaar voor de vereeniging gedaan had.
 In verband met het op de vorige verg. beslotene werd medegedeeld, dat als onderwerpen voor de uitteschrijven prijsvragen gekozen waren: 1e een ontwerp van een eenvoudig getuigschrift en 2e een ontwerp van een haltegebouw voor een stoomtram. De mededinging voor de è open te stellen voor de inwoners der provincie en de prijs daarvoor te bepalen op f25.—, voor de 2e uitsluitend belangstellenden binnen alkmaar uittenoodigen en als aanmoediging daarvoor te stellen een 1e prijs van f15.— met getuigschrift en een 2e prijs alleen het getuigschrift.
 Tot juryleden werden benoemd de heeren j. cock, g. kalemink, g. looman, allen te alkmaar, en g. itz te vlaardingen.
 In verband met het uitschrijven dezer prijsvragen herinnerde de heer matthijzen aan de beursprijsvraag, waarvoor hij indertijd ook een ontwerp had ingezonden, waarbij hij het betreurde dat ontwerpen, die „bepaald prachtig” waren, bij de expositie in een donkeren hoek (gruwelkamer?) waren opgehangen.
 De jury, die door de vergadering was benoemd, moest z. i. „ruim” zijn in hare beoordeeling.
 De heeren looman, de wild en doorn beantwoordden den heer matthijzen en gaven hunne bevreemding te kennen over zeker zeer zonderling verband dat door laatstgenoemde gezocht werd tusschen een prijsvraag gelijk aan die van de Beurs en die waar het eenvoudig het ontwerp geldt van een haltegebouw voor een stoomtram.
 Niets meer aan de orde zijnde, sloot de voorzitter de vergadering.
p. doorn.

voor vak en kunst te dordrecht.
 Woensdagavond werd in de bovenzaal van Kunstmin een vergadering gehouden waarin na openingsrede van den voorzitter eene reeks mededeelingen betreffende de tentoonstelling werden gedaan, waarvan wij enkelen kortelijk weergeven.
 1o dat de firma lankhout van de reclameplaat binnen 14 dagen proef zal zenden en 8 dagen later de geheele oplaag, zoodat begin maart met aanplakken zal begonnen kunnen worden.
 2o. dat de minister van waterstaat, de heer van den sleyden, zijne benoeming tot eerelid der tentoonstelling heeft aanvaard.
 3o. dat de heer colombijn van raamsdonk een groote gouden medaille, liefst voor de oude kunst heeft beschikbaar geteld en dat de Ned. Schildersbond 3 medailles heeft toegezegd.
 4o. dat verschillende vakvereenigingen de tentoonstelling tot een punt van behandeling zullen maken in hare vergaderingen.
 5o. dat met de publieke aanbesteding der tentoonstellingsgebouwen spoedig een aanvang zal worden gemaakt, en dat in de eerste plaats wat door de architecten is verricht bij de verschillende commissiën en bij de autoriteiten in de stad en daarbuiten groote waardeering heeft mogen ondervinden.
 6o. dat de reclamebiljetten, thans in groningen geëxposeerd, ongeveer 22 febr. te leeuwarden zullen worden tentoongesteld en vervolgens te rotterdam, op verzoek van de schildersvereeniging Lukas.
 7o. dat in het eerste ontwerp der tentoonstelling enkele wijzigingen zijn gebracht door de architecten, ook in verband met den wensch der Commissie voor de feestelijkheden naar eene feestzaal, en met de eischen van het schoonheidsgevoel.
 8o. dat de speciale afdeeling scheepvaart, die men aan de tentoonstelling wil verbinden den steun heeft van een paar groote lloyds, een paar groote scheepsbouwmeesters en eenige cargadoors, en dat, wanneer deze afdeeling goed voor den dag komt, het terrein te klein zal blijken en er nog een hoek bij zal moeten komen.
 9o. dat de firma morks & geuze, die op oud-dordrecht een drukkerij zan exposeeren, voornemens is binnen zes weken een nummer uit te geven van een Dordrechtsche Nieuwstijding, geheel in den geest van de 17e eeuw, welk blad gedurende de tentoonstelling geregeld zal worden gedrukt.
 10o. dat zal worden voorgesteld om, wanneer de ruimte het toelaat, ook werkstukken, door werklieden in hun vrijen tijd vervaardigd, gratis tentoon te stellen, en dat voor dit doel reeds door de Maatschappij tot vervaardiging van gasmeters — die zelf wegens overdrukke bezigheden niet kan exposeeren — medailles beschikbaar zijn gesteld. llo. dat voor het vervoer van goederen — in welk opzicht echter ieder geheel vrij blijft — een contract zal worden afgesloten; het tarief zal zeer matig zijn en slechts een minimum overwinst zal berekend worden.
 Over 4 weken is er weer eene vergadering.
 Aan de wanden der zaal waren de teekeningen der architecten opgehangen, die druk bezichtigd werden. Er was o. a., naast een aantal detailteekeningen een teekening van het front van het hoofdgebouw met plattegrond. Deze beide laatste zullen in den boekwinkel van den heer morks geëxposeerd worden. Op het tooneel was tentoongesteld een fragment van een gevel van oud-dordrecht, vervaardigd van staff, — zeer natuurlijk nagebootst.


TECH­NI­SCHE VAK­VER­EE­NI­GING. (Goed­ge­keurd bij Ko­ninkl. be­sluit d.d. 24 Ju­ni 1896).   ver­slag van de al­ge­mee­ne le­den­ver­gad., ge­hou­den 20 dec. 1896, te ’s gra­ven­ha­ge.

 Aanwezig 39 leden. Na de opening der vergadering wijst de president op het feit dat de T. V. zich mag verheugen in een grooten bloei. Steeds veld winnende, hebben wij getracht onze vleugelen naar buiten uitteslaan, met dat gevolg, dat te utrecht op eene vergadering den 2en dec. aldaar gehouden, eene 4e afdeeling kon worden opgericht. Ook in brabant werd propaganda gemaakt; het resultaat hiervan was hoewel betrekkelijk gunstig, (6 leden werden gewonnen) tot heden niet van dien aard, dat aldaar eene afdeeling kon worden gesticht. De President brengt hulde aan de Heeren oprichters der Vereeniging, betuigt hen, in naam der Vereeniging, zijn welgemeenden dank en hoopt dat zij steunpilaren onzer Vereeniging blijven mogen. (Applaus.) Hoewel de algemeene kas der Vereeniging er niet schitterend bijstond, meende het Hoofdbestuur te moeten zwichten voor de vele aanzoeken een prijsvraag uitteschrijven voor een Bewijs van Lidmaatschap onzer Vereeniging. Met het oog op de kosten, besloot men de Jury te kiezen uit eigen boezem en werden daartoe benoemd de H[.]H. o. l. veenstra te amsterdam, g. h. adema te ’s hage en a. koopman te utrecht. Na de bekroning zullen de ingekomen ontwerpen in de verschillende afdeelingen tentoongesteld worden. Op een vraag van den President, waar de volgende Algem. Ledenvergadering zal gehouden worden, wordt besloten deze te doen plaats hebben te amsterdam.
 Alsnu is aan het woord de heer couturier, de leider van het Centraal-Bureau van Plaatsing te amsterdam. Het trok zijne aandacht hoe reeds bij de geboorte onzer Vereeniging, het instellen van een informatie-bureau in alle afdeelingen gereede instemming vond. In iedere afdeeling werd een lid aangewezen, die zich zou belasten met de werkzaamheden, aan dat bureau verbonden[.] Nog zeer kort bestond dit informatie-bureau, of men smaakte reeds het genoegen eenige leden in het verkrijgen eener functie behulpzaam te zijn. Op de 1e vergadering van het Hoofdbestuur (den 27en augustus j.l.) kon men er op wijzen, dat reeds aan 9 leden eene functie werd bezorgd. In dien tusschentijd werd onderhandeld met de Maatschappij tot Bev. van Bouwkunst, met dat gevolg, dat, wat het Bureau van Plaatsing betreft, samenwerking met haar werd verkregen en gelukte het ons, de Redactiën van De Opmerker, De Ambachtsman en het orgaan van Architectura et Amicitia er toe te bewegen, wekelijks, tegen eene kleine vergoeding, eene rubriek „werkzoekenden” onder het hoofd „Technische Vakvereeniging” in hunne bladen op te nemen.
 Verder werd het informatie-bureau van de afdeeling amsterdam benoemd tot Centraal-bureau en werden 1000 stuks circulaires verspreid onder de leden en onder H.H. Architecten, Machine-fabrikanten, Ingenieurs enz., ten einde meerdere bekendheid aan het Bureau van Plaatsing te geven.
 Vervolgens vestigt spreker de aandacht op eenige bevindingen: zooals slechte salarieering van goede vakmannen. Ligt het niet, vraagt spreker, in