Pagina:Beets, Ter nagedachtenis van Mr. Jacob van Lennep (1869).pdf/9

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

TER NAGEDACHTENIS VAN Mr. JACOB VAN LENNEP.

dezen dichter te wezen? of Vondel hem even als eenen Antonides, als eenen Vollenhove, voor eenen zoon zou hebben gegroet? Neen; maar even als een Poot in de achttiende, even als de meeste, en meer dan vele dichters der negentiende eeuw, heeft hij, met Vondel’s schoone verzen in hoofd en hart, tot zijne vorming, dien gunstigen invloed van hem ondergaan, die zich, ook bij groot verschil in maat en soort van gaven, nooit miskennen laat, en waarvan, b. v. in eenen voortreffelijken Onno Zwier van Haren het gemis zoozeer gevoeld wordt.
Van Lennep is geen tweede Vondel; hij heeft het zich nimmer ingebeeld; nimmer gehoopt het te kunnen worden. Maar dit niet alleen; hij is een geheel ander dan Vondel. Er is niets Vondeliaansch in hem. Hij hoeft noch den gloed der lyriek, noch den geest der tragedie, zooals die de eigenaardigheid en de heerlijkheid van den prins onzer dichteren zijn. Ook kan men nergens bespeuren, dat hij, die zoo velen heeft nagevolgd, die betuigd heeft geen werk van een eenigszins voortreffelijken geest te kunnen lezen, zonder de behoefte om het na te volgen in zich te voelen ontwaken,[1] ooit ondernomen heeft iets op te zetten of uit te voeren in zijnen grootschen stijl, zelfs niet waar ook hij voor het tooneel arbeidde, waar ook hij een treurspel poogde te schrijven. Zijn eerst treurspel was niet meer dan eene omwerking van een drama van lord Byron;[2] zijn tweede, een vermenging van het werk van Schiller en van Ancelot;[3] zijn „Historisch Tafereel, Ruwaardes Geertruida,” een oorspronkelijker werk en op rijper leeftijd geschreven,[4]

9

  1. Quand je lis quelque chose, qui me plaît ou m’amuse, n’importe le sujet, il me prend toujours phantaisie de l’imiter. Not. Biogr. par Mr. J. v. L. Ms.
  2. Marino Faliero. Dram. W. I.
  3. Fiësko, Dram. W. I.
  4. 1846, act. n. 44.