Pagina:Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland.djvu/77

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
59
bijlagen.

* * * * *

DENKBEELDEN VAN HUGO DE GROOT OVER DEN AARD EN DE VOORTREFFELIJKHEID DER NEDERDUITSCHE TAAL. [1]

Bijna alle de oorſpronkelijke woorden bij ons vinden zich in ééne Syllabe bevat; en, waar dit bij geval niet heeft kunnen plaats grijpen, zijn wij ’er aan het doorzicht onzer Voorouderen dank voor ſchuldig, die ingezien hebben, dat het juist op die wijze nuttig was voor de menſchelijke maatſchappij, en met de Natuur overéénſtemde. Want ook die naamen en woorden, die eene grondlegging ſchijnen te hebben van meerdere Syllaben, zijn, naar mijn gevoelen, dus niet van ouds geweest: maar, om de uitſpraak te verzachten, heeft men in volgende eeuwen éénen lettergreep in meerderen geſplitst. Van daar die verwonderlijke kortheid van woorden, zoo wel in ’t algemeen in de Duitſche taal, als in ’t bijzonder in die, van welke men zich in Noord-Holland bedient. Want dit Gewest bewaart, even als alle overige inrichtingen

der
  1. Vergelijking der Gemeenebesten, D. III. bl. 99 enz.