Naar inhoud springen

Pagina:Bijlsma, Rotterdams welvaren 1550-1650 (1918).pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

rinplaatsen, en diende tot woonwijk aan de haringkoopers, haringkuipers, zeilmakers, scheepstimmerlieden, blokmakers, stuurlieden ter haringvisscherij , schippers, visschers, varensgezellen enz.

De ligging in Holland en de nabijheid der Hollandsch-Zeeuwsche eilanden hadden Rotterdam gemaakt tot een marktplaats van de voortbrengselen van zuivelbereiding, landbouw, veeteelt en veenderij (boter, kaas, granen, zaden, vlas, hennep, turf, vee). Het verhandelen en transporteeren dezer landwaren bracht vrij wat vertier en riviervaart mede. Ook de vischrijkheid van de Maas verschafte velen een broodwinning en leverde gezond en gezocht voedsel. Van meer belang voor Rotterdamsch toekomstig welveren dan het marktbedrijf e de riviervisscherij was echter de ruimere bemoeiing, die de Noordzee bestreek, was de haringvisscherij, die de ontwikkeling van Rotterdam als waterstad in den rechten koers zou leiden.

Met de haringvisscherij dienen wij een aanvang te maken bij het overzicht der verschillende Rotterdamsche bedrijfstakken. Deze nering leende zich uitnemend tot de rol van centraal bedrijf in eene waterstad, vooreerst door den invloed dien sij liet gelden op de vele industrieën, waarvan zij materialen of victualiën betrok: scheepsbouw, zeilmakerij, touwslagerij, nettentaanderij, teerstoverij, blokmakerij, leerlooierij, kuiperij, brouwerij, bakkerij, enz., die dientengevolge alle bij het welslagen der haringvisscherij belang hadden; en in de tweede plaats, doordat zij een handelsartikel verschafte, uitermate geschikt voor den groothandel op het binnen- en buitenland en ruilbaar voor de producten uit den vreemde. Het stadsbestuur noemde dan ook terecht de haringvisscherij: "een van de beste, meeste ende goddelicxste neeringen van geheel Hollandt, omme die gemeenten in alle ambochten tot zunderlinge prouffijt ende sustentatie van den gemeenen ambochtsman ende nootelijcke almentatie van den aermen, boven meer andere grootte prouffijten, wel te onderhouden; wairvan genoeg dependeerde twelvaeren van dese landen ende zunderlinge van den gerequireerden [onder welke Rotterdam] ende meer andere watersteden ende dorpen van Hollandt".