Deze pagina is proefgelezen
Wacht dus, Vrienden, in mijn galmen
’t Klaatren van trompet noch Luit
Dat op zwerk of muren stuit;
Wacht geen tjilpend zoet der halmen
Dat wellustige ooren streel’;
Neen, verwacht slechts zielsgevoelens,
Na een leeftijd tobbens, woelens,
Voor eens menschenkracht te veel,
Nu wanhopig, dan te vreden
Doorgeworsteld, doorgestreden,
Uit een langverstramde keel
’t Klaatren van trompet noch Luit
Dat op zwerk of muren stuit;
Wacht geen tjilpend zoet der halmen
Dat wellustige ooren streel’;
Neen, verwacht slechts zielsgevoelens,
Na een leeftijd tobbens, woelens,
Voor eens menschenkracht te veel,
Nu wanhopig, dan te vreden
Doorgeworsteld, doorgestreden,
Uit een langverstramde keel
1824.
B.