Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/33

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

die uitdrukkingen van het hart en van fijn en kiesch gevoel haar onwedersprekelijk zoet waren te hooren; maar zij luisterde als eene, die ze neemt niet als aan zich gericht, maar als een roman, dit:n zij hoorde lezen, waarvan de ontwikkeling en inkleeding haar roerde en spande.

»Maar, Mevrouw! ik durf nauwelijks voortgaan," sprak Brigitte, zelve afbrekende; »dat zou een geheim kunnen zijn, en…"

»Neen, Brigitte! ’t is onmogelijk. Ik ken niemand, die mij zóó kan schrijven… De éénige, die eenmaal zoo tot mij had kunnen spreken, en die zich misschien, schrijvende, dus zou hebben uitgedrukt,… kan dit… niet geschreven hebben."

»En waarom toch niet? Waarom zou het niet… van hem zijn?"

»Het is onmogelijk."

»Hij leeft niet meer?"

»Dat weet ik niet, maar…"

»Hij weet niet, waar gij u bevindt?"

»Ook dat zeker… maar er bestaat eene andere reden, eene meer droeve. — Hij kan niet schrijven!"

»Niet schrijven? Vergeef mij de onbescheidene vraag, Mevrouw! maar is dan zijne opvoeding verwaarloosd?"

»Zijne opvoeding was zoo goed als die zijn kon voor hem… maar… hij was…

»Geen edelman wellicht?" » Ik geloof niet, dat hij edelman was; maar dit zou hem niet gehinderd hebben alles te wezen wat hij wilde. Er was eene belemmering, die niet kon worden overwonnen — mijn ongelukkige vriend was blind!"

»Blind?" herhaalde Brigitte met oprechte deelneming. »Mijne arme meesteres! Daarom dus hebt gij u van hem moeten scheiden?"

»Noch dit, noch iets anders zou mij weêrhouden hebben alles voor hem te zijn, en hem mijn leven te wijden; maar er lag zooveel tusschen ons, zoo vreeselijk veel…"

»Uwe familie dwong u tot eene verbintenis met den hertog?"

»Zoo is het; maar toen die voltrokken werd was ik reeds voor altijd gescheiden van mijn armen, geliefden Edgar."

»o Mevrouw! het moet belangwekkend en treffend zijn u dat te hooren verhalen."