Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/45

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

luisteren… Mevrouw! men spreekt vlak onder het venster, en ik herken de stem van Germain, den kamerdienaar van Monseigneur, die hem niet heeft verlaten, sinds hij te Parijs in zijn dienst gekomen is. — Vergeef mij, Mevrouw! maar ik moet luisteren." Werkelijk hoorde zij Germain zeggen: »Het rijtuig behoeft niet te worden uitgespannen; Monseigneur vertrekt binnen een kwartier."

»En mijne paarden?" vroeg de koetsier morrend.

»Breng ze dan maar even in den stal; Monseigneur moet kunnen afrijden op zijn eersten wenk!"

»Zie toch, dat is boos opzet," sprak de hertogin pijnlijk, die deze woordenwisseling mede had aangehoord.

»Welnu, Mevrouw! wat heb ik gezegd?"

»Hier te komen en te vertrekken, zonder mij te willen zien? want hij kan wel niet onderstellen, dat ik nog waak, en dat hij mij nu spreken kan! Maar ik wil hem zien," sprak zij op eens, en wilde opstaan.

»Ik bid u, Mevrouw! dat niet," riep Brigitte haastig. »De bedienden zijn met flambouwen op het voorplein; men zou u zien, en — hij… de hertog…"

»Zou weten, hoezeer hij mij grieft en beleedigt. Gij hebt gelijk. Zie, Brigitte! als hij nu heengaat, eisch ik mijne vrijheid — vrijheid, om zonder zelfverwijt aan Edgar te denken." En de arme jonge vrouw bleef zitten, en de eerste opwelling harer verontwaardiging ging over in een zachten zucht.

Een kwartier uurs daarna hoorde men voetstappen in het vertrek, dat de slaapkamer der hertogin voorafging.

»Brigitte! ga zien wat het is!" riep de hertogin haastig.

»Men heeft niet gedacht, dat wij hier nog op waren," sprak de kamenier, die terugkeerde met een biljet in de hand, »en dit billet doux voor u nedergelegd, om u bij het ontwaken te verrassen."

De hertogin nam het, en opende het snel.

»Brigitte! het schemert mij voor de oogen; nauwelijks kan ik de letters onderscheiden." Ziehier, wat de hertogin te lezen had:

»Mevrouw! Ik ben hier gekomen, om eene belofte te vervullen, gegeven aan den hertog de Thionville, mijn vader; maar