Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/61

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Ja Tonia! dat is zoo; doch wat zegt dat u?"

»Omdat, zoo dat waar is.., hadt gij wellicht mij tot voorspraak kunnen zijn.., en nog, nog kunt gij mij een grooten, oneindig grooten dienst bewijzen...."

»Een dienst aan u, ik!..." vroeg hij, en zijne stem had iets dofs.

»Ik weet het, meester Jehan," antwoordde zij nog meer droevig en deemoedig; Ik heb geen recht iets van u te vragen noch te wachten, maar toch, gij zijt zoo goed, voor allen zoo goed, en het is geen dienst maar eene weldaad, eene laatste weldaad die ik van u zou gebeden hebben." En zij bracht de gevouwen handen voor de oogen en schreide luide.

»Tonia! Tonia!" riep Guillermin, ga zoo niet voort, want gij zoudt maken dat ik ook schreien ging als eene vrouw, of als een kind. En toch, Tonia! in lang voelde ik mij niet zoo verlicht, dan nu ik iets voor u kan doen en gij mij iets vraagt."

Zij trad schuchter terug, terwijl hij was genaderd. Hij bedwong zich tot meer kalmte.

»Vooral heden ben ik u vergoeding schuldig, mijn kind, want ik had voor u een uitzet kunnen winnen en ik deed het niet!"

»Een uitzet, meester Jehan!" riep zij moediger. »Gij denkt aan mijn uitzet? O! als het dat is, dan kan ik u alles zeggen, dan zijt gij ook dat andere vergeten."

»Ja, Tonia! zeg mij alles, want dat andere, ik zeg het mij zelven iederen dag, dat andere moet vergeten worden."

»Met uw verlof, meester Jehan Guillermin! wat men zich zelven iederen dag opdringt dat vergeten moet worden, is der vergetelijkheid nog niet zeer nabij."

Wat het was, dat dien kunstenaar dus pijnigde en hem toch aantrok, zal mij wel eenige woorden kosten tot verduidelijking.

Tonia was nog een klein kind, toen de meester beeldsnijder Pierre Guillermin met zijn zoon André en zijn broeder Jehan, een gedeelte van het huis harer moeder bewonen kwam. Die moeder was eene zachte, vrome vrouw, toen weduwe, en die geene andere bezitting had dan haar huis, waarmede zij op die wijze voordeel trachtte te doen. Om de zorgen der weduwe te verlichten en zich zelven te ontslaan van alle huiselijke bemoeiingen, sloeg Pierre haar voor, slechts eene gezamenlijke huishouding uit te maken.