Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/70

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

André is mijn liefste. André moet sterven; morgen, morgen reeds, zoo daar geene hulp komt, en ik met hem, dit is mijn éénige troost; ik overleef hem niet!" En zij ging voort met schreiend handenwringen en afgebroken woorden uit te spreken.

Jehan Guillermin had veel zielskracht, veel zelf beheersching als het zijn moest, en als hij eenmaal uit zijn achteloos voortdroomen was opgerezen, en tot het aangrijpen der werkelijkheid gedwongen, omvatte hij die met vaste hand en overzag haar met helderen blik.

Hij stond op, hij nam Tonia's handen in de zijne, nu niet als een geliefde die vleiend hare droefheid bezweren wilde, maar als een vaderlijk vriend, die er de oorzaken van wilde peilen. »Spreek Tonia! waarom vreest gij dat André sterven zal, nu meer dan op een anderen tijd? gij hebt dan berichten van hem?"

»Helaas, ja en zoo droevige! waar wij juist hoop hadden, dat ons lijden ten eind zou zijn. Want hij keerde, hij keerde na zoo lang afzijn en als mijn verloofde, mijn bruigom welhaast, zoo wij het van u verkregen hadden."

»Gij hebt hem dan weêrgezien buiten mijn weten, of was het reeds tusschen u en hem besloten vóór zijne verwijdering?" vroeg Jehan ernstig en gelaten.

»Zes maanden na Pierre's dood is hij hier geweest in het geheim. O! zoo gij gezien hadt, hoe hij zijn vader beweende; samen hebben wij op diens graf geknield en gebeden, en toen toen heb ik hem mijne liefde toegezegd in vergoeding van zijn hard lot; maar het was juist kort na dien tijd dat gij, gij zelf..."

»Ik begrijp wat gij meent, niet meer van dat, dat is voorbij," viel Jehan schielijk in.

»Om u niet te grieven, vertoonde hij zich daarom niet aan u en zweeg ik, tot wij van den tijd en van uwe goedheid en grootmoedigheid eindelijk de vervulling hoopten van onzen wensch. André achtte nu het tijdstip daar om te spreken; hij kwam uit Italië, waar hij lang had gezworven, hierheen.., ik wachtte hem reeds sedert vele dagen. En nu, gisteren kwam iemand mij van zijnentwege tijding brengen, vreeselijke tijding. Hij is hier dicht bij ons, hij is te Avignon, maar in den ker-