Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/221

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

schen in te perken; datgene, wat ik mij eenmaal had voorgesteld, is toch voor mij onbereikbaar.”

»Wat door anderen is bereikt, kan toch zoo oneindelijk verre niet afliggen van u?”

»Eilacen! Hetgeen ik mij heb voorgesteld is juist, wat nog door geen ander werd bereikt....”

»Naar zóó hooge dingen moet men niet trachten; dat brengt beroering in 't gemoed en verwarring in 't brein; maar toch, dat wat Dirk Stuerbout verkreeg, is door u ook wel te verwerven, als gij het wilt.... ik heb er iets op uitgevonden, om uwe konstvaardigheid ook buiten de muren van 't Hof te doen uitblinken en gewaardeerd te zien door anderen, dan die hier allereerst den meester, vervolgens elkander napraten.”

»Gij denkt op mijne verwijdering!” viel hij plotseling uit, snel en scherp. Hij had de bijgedachte geraden, die zij zoo goed meende vermomd te hebben.

»Jehan!.... ik had hope, ge zoudt mij een vriendendienst willen doen,” hernam zij zacht en vleiend.

»Gij wist dat gij mij bereid zoudt vinden, Jehanne! wat legt ge mij op?”

»Niets boven uwe krachten voorwaar! De Bisschoppelijke kapel van het slot te Heurne had behoefte aan herstelling en verfraaiing, daartoe de Hertog mij door ruime schenking in staat heeft gesteld, en waaraan nu reeds onderscheidene goede werkmeesters met hunne lieden arbeiden; maar voor een nieuw altaarstuk en het overige beeld— en schilderwerk, dat tot onzen heiligen eeredienst behoort, is nog niet gezorgd; dat wenschte ik u opgedragen te zien.... Monseigneur zal 't mij zeker accordeeren,..., dat gij u derwaarts begeeft, om alles op de plaats zelve naar den aard en de eigenschap van 't gebouw aan te leggen; gij zult daar meester zijn en alles naar hartelust kunnen inrichten, alles daarstellen, wat de fantasie u zal ingeven, en daarmee een groot en goed werk verrichten in de oogen van Gods lieve Heiligen en van Christus onzen Heer en Zijne gebenedijde moeder: om niet te zeggen, wat prijs en eere u daaraf wachten van de menschen.”

Jehan zuchtte.

»Zeker een groote en schoone arbeid, en een ruime kring, dien gij daar voor mij opent, Mejonkvrouw! Gave St. Johannes, mijn