Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/445

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

eenige stappen in het belang van hun aanverwant en slaagden volkomen. Het duurde niet lang, of daar kwam officiële intercessie van de Hoog-Mogenden bij den Koning van Bohemen, ter bevrijding van hun beroemden landgenoot, en van datzelfde lichaam aan den Koning van Engeland, »om te intercedeeren tot gelijke memorie” bij Zijne Majesteit van Bohemen, dat eene snelle en gelukkige werking deed, en te eerder, daar de ongelukkige Koning van Bohemen reeds het tijdperk zijner rampspoeden was ingetreden, waarbij hij den steun van vrienden en bondgenooten hoog noodig had, en dus aan beiden niets had te weigeren.

Drebbel werd aan den Koning van Engeland uitgeleverd, maar wij onderstellen dat hij Holland en Alkmaar heeft willen weerzien, al vond hij er zijn vriend Schagen niet, eer hij zich voor altijd te Londen vestigde. Jacobus schatte hem hoog, en de dankbaarheid die hem aan dien Vorst verbond, gaf hij lucht door schitterende bewijzen van zijne kunst, die eene vorstelijke nieuwsgierigheid bevredigen moesten. De gunst van den Koning en der Engelsche grooten hergaf hem zijne vorige fortuin.

Hij is twee-en-zestig jaar oud geworden en rustig gestorven te Londen, waar zeker nu zijn naam en gedachtenis wel een weinig zijn verbleekt. Zijne vaderstad is hem trouwer gebleven; zij ziet nog haar roem in hem en zij telt hem nog onder hare liefste zonen.

Gijsbert is met hem naar Engeland gegaan, als men onderstellen kan; maar voorwaar dit was eene nieuwe proef zijner dankbare trouw, en geene geringe. Mary kon niet scheiden van hare Vorstin op een oogenblik waarop dier fortuin keerde, zonder zich schijn te geven van ondank. Gijsbert was de laatste om het haar niet toe te stemmen; eerst toen de arme Paltzgravinne van troon en macht en erflanden vervallen, als ballinge schuilplaats kwam zoeken in Holland, in het vaderland van Drebbel; toen zij er veilig leefde; toen hare inkomsten zelfs vermindering van gevolg noodzakelijk maakten; toen nam de lieve Mary haar afscheid, zag Engeland weder en vond er een bruidegom, die door trouw aan zijn weldoener zich in trouw aan de verloofde had geoefend.


1856.