Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/113

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

omstandigheden den beker van de tafel, stak dien in zijn wijden dissak, en verwijderde zich toen met eene buiging, die een edelman van Leycester’s hofstoet eere zou hebben gedaan.

»Geve nu maar de Hemel, dat ik hem morgen goed bescheid heb te geven!" zuchtte de Prinses de Chimay, terwijl zij haar zonderlingen bezoeker nazag. »Als Lodewijk komt, verkrijg ik het zeker… en anders… anders… moet ik zien, wat er met den jongen hopman is aan te vangen!"