Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/129

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Fabian van zijn wensch te spreken, overtuigd, dat hij dezen daarmede een grooten dienst bewees. Hij had zijne gade geroepen, om haar het eerst deelgenoote te maken van het goede vooruitzicht, dat zich opende voor zijn gunsteling. Toen had vrouwe Cornelisz. hem »en onvoorzichtige" genoemd, die zijn »eigen goede faam en reucke in de waagschaal stelde voor een onbekende, waarvan hij niets goeds kon de zeggen met zekerheid, dan dat hij zijne eigene taal wist te onderwijzen en redelijk Duitsch kalde." Cornelisz. hield staande, dat »hij meer goede kwaliteiten in hem had opgemerkt, en hem voor een singulier recommandabel persoon hield." Dit was meer dan eene bevooroordeelde vrouw kon verdragen. Zij meende haar echtgenoot te verpletteren door het bericht van de ontdekking, die zij zooeven had gedaan.

»Die fijne heer bleek gansch geen vroom Christen te zijn, en scheen zoo vreemd aan den Bijbel, als een blinde Heiden of een bijgeloovig Papist. Het zou mij zelfs geen wonder doen, zoo hij dit laatste in werkelijkheid was, te zien uit de minachting, waarmede hij de Heilige Schrift hanteerde, niet anders dan of ’t een van zijne overlandsche leerboeken ware."

Die beschuldiging maakte intusschen niet den indruk, dien de aanklaagster er van wachtte; vooreerst schreef Cornelisz. aan eene uitwerking harer verbeeldingskracht toe, hetgeen zij zeide gezien te hebben; en al ware dit werkelijkheid, nog zag hij er andere oorzaken in; dan die zij aangaf, en om hare overtuiging aan de zijne gelijk te maken, wilde hij Fabian terstond over het punt ondervragen, en met dat oogmerk verzelde hij zijne vrouw naar de huiskamer. Die moed tot een aanval verwonderde vrouw Cornelisz. in haar echtgenoot, dien ze niet vrij hield van dat zekere opzien tegen Fabian, dat hare dochter onderging, en waarvan zij zelve niet geheel vrij was, ondanks al haar wantrouwen.

Maar reeds het vriendelijk gezicht, waarmede meester Jan