Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/138

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

erkend, maar ook het vonnis, door die rechtbank uitgesproken, aan haar te laten voltrekken. Elisabeth Tudor schijnt geen schroom meer te hebben, om de dochter der Stuarts op een schavot te brengen."

»En staat dat in die proclamatie, die mijne Heeren de Staten willen vertolkt, geprent en verspreid hebben onder het volk?" sprak Cornelisz. bedenkelijk.

»Ja, de proclamatie houdt dat in, of liever, het is eene justificatie van de Koningin over het gedrag, dat zij denkt te houden; want daar het vonnis er achter volgt, heeft men naar de strekking niet lang te raden; overigens vind ik het goed, dat Elisabeth dus handelt," voegde Fabian er koel bij; »zij schijnt geene keuze meer te hebben, en slapheid zou licht haar ondergang zijn."

»Maar toch, eene arme vrouw, die eene gekroonde Koningin is, op een schavot te brengen en de verbreiding hieraf in Holland, schijnt mij niet zoo raadzaam; er zijn hier nog zoovele Roomschgezinden, en men zegt, dat alle Papisten hunne hoop op die Schotsche Vorstin stelden… en mij dunkt, dit kan geen goeden indruk maken."

Fabian had zich gebukt, om een papier op te nemen. De bleekheid van zijn gelaat was nu geweken, en had voor een gloeienden koortsigen blos plaats gemaakt, en hij sprak nu:

»Integendeel; al die goede verwachting en hope wordt met dien enkelen slag immers vernietigd. ’t Is de totale ruïne van de Roomsche ligue, dat hebben mijne Heeren de Stalen wel ingezien, en vandáár hun verlangen om de vertolking er af snel en spoedig te laten verbreiden."

»Gij zijt een fijn en abel man, in de zaken van Staat mijn meester!" sprak Cornelisz. overtugd, »en ik heb dus ook niet te vragen, oft u die vertolking goed is aanvertrouwd."

»Gij kunt gerust zijn, dat ik er den zin en den geest al te