Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/184

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zonder zijn eigen hoog bevel of voorkennis!" riep Prouninck triomfeerend.

Onvoorzichtige triomf en noodlottige trouw, die den Graaf van Leycester dáár werd bewezen! Zeker, zoo ooit iemand het slachtoffer is geweest van onhandige diensten te kwader uur bewezen, en van ijverige vrienden, wier handen hem de slagen toebrachten, door gloeiende vijanden juist het meest gewenscht, dan was het de Graaf van Leycester. Geen zijner fouten, geen zijner tegenstanders heeft hem zóóveel jammers berokkend, als de ontijdige en onberadene wakkerheid zijner vrienden, misschien omdat hij, juist bij de keuze zijner vrienden, de grootste fouten heeft gemaakt. Hoe het zij, de inval van Prouninck, hoe goed gemeend, was allerongelukkigst, en te meer, omdat zij volkomen slaagde.

Bij het zien van een eigenhandig berichtschrift van Leycester, gedagteekend uit Dordrecht, 24 November, en dus na zijne instructie voor den Staatsraad, had niemand van de drie bijéén zijnde mannen het minste recht, te doen wat dáár opzettelijk verboden werd, zonder op datzelfde oogenblik zich als in staat van weerspannigheid te verklaren, en alle recht op de gehoorzaamheid van anderen voor hen zelven te verliezen. De Staatsraad, de Staten zelf hebben de noodwendigheid van onderwerping aan dit bevelschrift erkend, en zooals die mannen daar samen waren, maakten ze volstrekt geen lichaam uit, dat zulk een gewichtig stuk krachteloos kon maken. Allen bogen het hoofd, tot Norrits toe, hoewel de laatste niet zonder harde woorden van toorn en tegenspraak.

Er werd nu besloten, kapitein Hemon dien eigen nacht terug te zenden met ernstige vermaning aan Stanley, om zich van onderhandelingen met Parma te onthouden, daar men hem binnen het kortst mogelijke tijdsverloop krachtdadige hulp toezegde van manschappen, paarden en levensmiddelen, die allen niet zoo