Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/185

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

terstond beschikbaar waren. Men onderstelde, dat hij voorzichtig en trouw zoude zijn, waar hij wist, dat men het oog op hem hield gevestigd; en de Magistraat en de anderen, die gewaarschuwd hadden, ontvingen bijzondere en geheime wenken van Nieuwenaar en Norrits, hoe zich te gedragen om mogelijk kwaad te voorkomen. Ondanks die besluiten, waarover men het eens geworden was, verliet men elkander in onrust, in spanning, in een geheim misnoegen en in vermeerderd mistrouwen. En zie hier nu, op welke wijze de ongelukkige Gouverneur-Generaal gediend werd in zijn afwezen, door wie zijne beste vrienden en ijveraars werden gerekend. Wij zullen later zien, hoe zijne tegenstanders die diensten wisten te gebruiken, en wat zij zelftegen hem pleegden.

Maar wij hebben kapitein Hemon in het midden van zóóvele dames gelaten, dat wij ons over hem beginnen te ontrusten, juist niet over de veiligheid van zijn persoon, maar over die van zijn hart. Intusschen heeft zijn hoofd zóó veel na te denken, dat zijn hart de rust niet had om tot onrust te komen, of liever, hij ontvangt zóóvele indrukken in hetzelfde korte tijdstip, dat die der liefde, zoo die al mede insluipt, toch onder het overwicht der anderen moet te loor gaan. Als wij hoorden, las Fabian deze Utrechtsche vrouwen zijne Hollandsche vertaling voor van Elisabeth’s vreemde rechtvaardiging over een vonnis, dat haar parlement had uitgesproken, en dat zij nog niet had bekrachtigd, maar toch zeer zeker op het punt was te doen, en daarom vooruit dien maatregel nam om een goed licht te werpen over eene daad, welker rechtmatigheid zij zelve betwijfelde. Want een rechtvaardig vonnis, met recht en door wettig erkende rechters, tegen een schuldige uitgesproken, over wien men het recht heeft recht uit te oefenen, heeft immers geene afzonderlijke verdediging noodig van eene Koningin tegenover