Naar inhoud springen

Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/243

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Geenszins," hernam Gideon glimlachend.

»Ze zijn nu afgedaan, is het zoo niet?"

»Integendeel, ze zijn niet af te doen, naar het schijnt; en ik vreeze, de nood zal ons dringen de zaak voorshands op te geven. Het belangt de executie van de voornaamste punten der kerkenordening, bij de laatste Synode vastgesteld. Bij ons tot Utrecht is die kerkorde afgekondigd en wordt er beleefd…, maar in Holland en Zeeland…"

»Nu ook sinds Louwmaand, daaraf kan ik u verzekering geven; daar ik veel over en wedersprekens op dit punt heb aangehoord…"

»Ja, afgekondigd, tot wederopzeggens toe, en met zulk voorbehoud en conditiën, dat volle openlijke tegenstand kleiner tegenwerking zou zijn."

»Men was besloten, hier grootere verdraagzaamheid te oefenen, naar de Kanselier mij te verstaan gaf."

»Verdraagzaamheid, dat is een goed en groot woord, mits men het in zóó ruimen zin versta, dat niet enkel lauwen en onverschilligen daarmede gediend worden, maar ook de gloed van den overijver daaronder begrepen worde, en mitsdien verschoond, en tegen misvatting verzekerd… Die tolerantie mis ik in der Staten decreet, wegens de laatste Synodale besluiten; en bij de ervaring blijkt, hoe die onbestemdheid werkt. Afkeerigen en ongodisten gaan nu hun weg met opgerichten hoofde; ’t levend geloof, dat zich wil uitdrukken in ijver, wordt verdrukt, bespot, verdacht; — ’t bijgeloof neemt toe en wint recht en ruimte; van ’t ware religieleven, daaraf onze Vaderen droomden, daarvoor ze gestreden hebben, beginnen de merkteekenen langs hoe meer uit te slijten, en ik zorge in de harten der meeste Christenen is ’t niet beter gesteld, dan uiterlijk in hunne kerken…"

»Maar is ’t dan bij u te Utrecht beter?"

»Daar heerschen weer andere abuizen, maar dezen hier achte